= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Op de gestoole kat van Phyllis
Is het niet een groote spyt?
Phyllis is haer puysje quyt.
't Katje meyn ick, dat voor desen
Plagh haer tyd verdryf te wesen
Nevens Lobben, haren hond,
Die so breed is in syn bont.
Dese vriendelijcke dieren
Plagh se t'eeren en te vieren,
Dese had sy in haer schoot,
Dese deelden van haer brood
En ontnamen haer de beeten
Die se selver placht te eeten,
En in plaetse van de roe
Kregen sy een kusje toe.
Nu is Phyllis puys gestoolen,
En den dief die blyft verhoolen,
En sy is in groot verdriet
Wat haer puys magh syn geschiedt:
Ofse leeft dan ofse doodt is,
Ofse weer in yemands schoot is,
Ofse noch loopt over huys,
Ofse speelt met rat of muys,
Ofse sachjes werd getroetelt
Of gestooten of gehoetelt,
Ofse niet en is gestroopt,
Of men niet haer vel verkoopt,
Of het niet en is te touwen
Om, als het begint te kouwen,
In een mof van haere puys
't Sy of in of buyten huys
Syne handen te verwarmen.
Phyllis roept, och heer, och armen!
Is 't oock niet een groote spyt?
Phyllis is haer puysje quyt.
Jacob Westerbaen (1599-1670)
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l
Geen opmerkingen:
Een reactie posten