= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
In latebris silvae
Ik heb den ganschen dag het woud doorzocht
Naar kruiden om hen op de wond te leggen
Die dieren met hun tanden scherp als eggen
Mij beten in de bloote schouderbocht,
Toen ik vertwijfeld om den toegang vocht
Naar het kasteel tusschen de rozenheggen
En ik de tooverspreuk niet meer kon zeggen
Waardoor ik hen te dooden had vermocht.
Ik zocht vergeefs. Wel kwam mij drie maal tegen
De jonge heks, groenoogig. Toen de wegen
Donkerden, volgde ik haar in 't varenkruid.
De dierenwonden zijn reeds lang genezen.
Maar altijd blijven branden op mijn huid
De kussen van het bijna-menschelijk wezen.
Jan Jacob van Geuns (1893-1959)
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l
Geen opmerkingen:
Een reactie posten