= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Onlangs verscheen een herziene uitgave van ‘Echo’s echo’s’ van Paul
Claes. In dit boek behandelt hij “het intertekstuele spel met bestaande
literatuur in haar verschillende gedaanten: citaat, allusie, travestie,
adaptatie, parodie en pastiche”. Claes wijdt twee hoofdstukjes aan
onderstaand gedicht van Hans Faverey, dat voor een groot deel uit
citaten (van o.a. Homerus en Sappho) blijkt te bestaan. P. van Delft
was Favereys leraar Grieks.
in memoriam P. van Delft
Op een hond zijn kop stak:
Argos, dezelfde als toen;
ik niet meer lijkend
op dezelfde van toen.
Of je nou op Cyprus
en in Pafos
of in Panormos
(bent). Het heengaan;
de vernedering;
de terugkeer.
Een uitgerolde bal:
zo wil ik liggen.
Onsterfelijken zijn sterfelijk;
sterfelijken zijn onsterfelijk;
de magneetsteen is bezield;
vuur eet alles.
Hans Faverey (1933-1990)
uit: Chrysanten, roeiers (1977)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l
Geen opmerkingen:
Een reactie posten