= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
* wikipedia
* npe
* leest voor
Coltrane met Tuytel
Voor Hansje de Reuver
Waar ligge lucifertjes? Intonatie. Tegewie eigeluk?
Daar moeje gewoont hebbe. Is perzoon geheuge kwijt?
U ben tog nie vergete, hoe dit
langerekte leververse verhaal aanvankeluk zou geen hete?
Staaf zonder ent. Waar zou dat nou opslaan?
Lezer kommut te wete. Leest.
Al an gewent. Ramt eige weg wel, gezien
implikaassies (soort -niew partu-snekje?)
die weer mooi (hoeveel wel niet, eve ree
kunne, moet) zijn meegcnomc (kenker
-dieve, wie o dieverze, ik weet nie, ik
wijs nie, ben je wel -, ben je helemaal -
zeg het maar, van godlos. Wedde dattiedove
zeg, van wie, van wat, maak pisa(f)gebaar
(zie ev. ALONG CAME BETTY) Gebareboek/van
Garrel ent de Boer. Slik. Staaf zonder ent,
je ga tog nie dreige? Ik weet zeker (wijs op
lege klapstoel) dat deze niet bezet is. Ge-
lukt, krijg meubultje mee, opeluk blowunt,
zonder met grote kunstofzak voor lul te lope,
of voor koopman uitgemaak te worde. Speetfriek,
tresser, ik bit beter in komfortabulle omgeving,
en dan gaat de res vanzelfs, nou ja, wat zeg ik,
ho maar. Ik ben nie hart genoeg. Ik zou eigeluk
moete uitvare, vin ik nie alleen. Celine nadoen,
oplugte, afstote.
Dag aardige jonge, zeg koopman in voorbijgaan.
Klonk gemeent, voor trisjeur. Houe zo. Erris maar
1 cor vaan. Of zie ik ut verkeert, willum, bejje
nou nog nie opgerot naar de nieuwe wereld?
C.B. Vaandrager (1935-1992)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
vrijdag 31 mei 2013
donderdag 30 mei 2013
Maria van Daalen -- Egidius, waar mag je wezen?
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* website maria van daalen
* wikipedia
* gruuthuse-tentoonstelling
* liefde, leven en devotie
Egidius, waar mag je wezen?
Ik wil je zo graag aan m'n zij.
jij ging maar dood, jij liet mij leven.
Zo goed toen, tussen jou en mij,
als kwam de dood nooit meer voorbij.
Tot Gods troon ben je opgeheven,
straalt boven zon en sterrenrij.
Het puurst geluk is je gegeven.
Egidius, waar mag je wezen?
Ik wil je zo graag aan m'n zij.
Jij ging maar dood, jij liet mij leven.
Bid toch voor mij, ik word gedreven
door deze wereld, hard, onvrij.
Weer naast jou zitten, dat duurt even.
Ik zing eerst nog dit lied van mij,
het sterven komt vanzelf voorbij.
Egidius, waar mag je wezen?
Ik wil je zo graag aan m'n zij.
Jij ging maar dood, jij liet mij leven.
Zo goed toen, tussen jou en mij,
als kwam de dood nooit meer voorbij.
Maria van Daalen (1950)
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn,
het sceen ten moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven,
claerre dan der zonnen scijn.
Alle vruecht es di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors de doot, du liets mi tleven.
Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven
ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven:
ic moet noch zinghen een liedekijn,
nochtan moet emmer ghestorven sijn.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn,
het sceen ten moeste ghestorven sijn.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* website maria van daalen
* wikipedia
* gruuthuse-tentoonstelling
* liefde, leven en devotie
Egidius, waar mag je wezen?
Ik wil je zo graag aan m'n zij.
jij ging maar dood, jij liet mij leven.
Zo goed toen, tussen jou en mij,
als kwam de dood nooit meer voorbij.
Tot Gods troon ben je opgeheven,
straalt boven zon en sterrenrij.
Het puurst geluk is je gegeven.
Egidius, waar mag je wezen?
Ik wil je zo graag aan m'n zij.
Jij ging maar dood, jij liet mij leven.
Bid toch voor mij, ik word gedreven
door deze wereld, hard, onvrij.
Weer naast jou zitten, dat duurt even.
Ik zing eerst nog dit lied van mij,
het sterven komt vanzelf voorbij.
Egidius, waar mag je wezen?
Ik wil je zo graag aan m'n zij.
Jij ging maar dood, jij liet mij leven.
Zo goed toen, tussen jou en mij,
als kwam de dood nooit meer voorbij.
Maria van Daalen (1950)
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn,
het sceen ten moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven,
claerre dan der zonnen scijn.
Alle vruecht es di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors de doot, du liets mi tleven.
Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven
ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven:
ic moet noch zinghen een liedekijn,
nochtan moet emmer ghestorven sijn.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Dat was gheselscap goet ende fijn,
het sceen ten moeste ghestorven sijn.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
dinsdag 28 mei 2013
Jasper Mikkers -- Kroeg in Piraeus
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* website
* interview
* nog een interview (audio)
* Tilburg-wiki
Kroeg in Piraeus
In een kroeg dicht bij het water komen oude goden
bij elkaar en spelen kaart. ‘Wie heeft gedeeld?’
En na wat traag gepraat: ‘Wie heeft geboden?’
De stevige waardin zit snurkend op een zak met bonen
en open als de deuren van een paardenstal of tempel staan
haar schort en blouse. Ogen die passeren van de tafel
naar de pisbak en terug, reizen in knikkend welbehagen
over haar borsten, groot en bloot als kruiken.
Die van het meisje dat bedient, zijn bezig te ontluiken.
Hefaistos geeft met zijn beroete hand een teken dat
de hele kroeg een rondje krijgt. Dan valt hij met zijn kin
vol op de toog, een voortand vliegt de spoelbak in.
De kaarters zien de gaten in zijn sokken – ze heeft
hem eindelijk geloosd, lijkt wel – en knikken hem toe,
bespeler van het vuur en vanger van beminden: ‘Proost.’
Dan schrikt ze wakker, de waardin, staat op en plant
zich wijdbeens voor de gast. ‘Wie heeft u hier gebracht?’
Ze pakt zijn hand en brengt die naar haar neus –
wat is ze onbehouwen weer –: ‘Had ik het niet gedacht.
Een rukker. Weg! Verbras je geld maar aan een
automaat, verscheur de stilte met een handgranaat.’
Ze schuift wat stoelen aan. ‘Pandora, ooit de schoonste
van de Griekse vrouwen, kom, doe niet zo rottig, ook
al ben ik dan berooid, kom hier en laat me één keer voelen.’
De goden laten door een knaap sardientjes halen.
Geluid van bootverkeer klinkt op, van golven die om
kadetreden spoelen. Duiven dalen op de drempel neer.
Aan de overkant, halfweg een magazijn vol ingedikte lucht
van maïs en erwten, streept een dichter woorden weg
en krabt zijn kont. De zorgelijke staat van beurs en maag
dwingt hem tot genialiteit, hij voegt een nieuwe regel aan
zijn lofzang op het varken toe die rijmen moet op: zang.
‘Wat houd ik van je monologen, het kuiltje in je wang.’
Geluiden komen in de schalen van de pleinen schommelend
tot rust. Vanuit de keuken komt de geur van kool. Een dienster
schuifelt aan de deur voorbij met in haar jaszak haar obool.
Jasper Mikkers (1948)
uit: We zijn al lang onderweg (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* website
* interview
* nog een interview (audio)
* Tilburg-wiki
Kroeg in Piraeus
In een kroeg dicht bij het water komen oude goden
bij elkaar en spelen kaart. ‘Wie heeft gedeeld?’
En na wat traag gepraat: ‘Wie heeft geboden?’
De stevige waardin zit snurkend op een zak met bonen
en open als de deuren van een paardenstal of tempel staan
haar schort en blouse. Ogen die passeren van de tafel
naar de pisbak en terug, reizen in knikkend welbehagen
over haar borsten, groot en bloot als kruiken.
Die van het meisje dat bedient, zijn bezig te ontluiken.
Hefaistos geeft met zijn beroete hand een teken dat
de hele kroeg een rondje krijgt. Dan valt hij met zijn kin
vol op de toog, een voortand vliegt de spoelbak in.
De kaarters zien de gaten in zijn sokken – ze heeft
hem eindelijk geloosd, lijkt wel – en knikken hem toe,
bespeler van het vuur en vanger van beminden: ‘Proost.’
Dan schrikt ze wakker, de waardin, staat op en plant
zich wijdbeens voor de gast. ‘Wie heeft u hier gebracht?’
Ze pakt zijn hand en brengt die naar haar neus –
wat is ze onbehouwen weer –: ‘Had ik het niet gedacht.
Een rukker. Weg! Verbras je geld maar aan een
automaat, verscheur de stilte met een handgranaat.’
Ze schuift wat stoelen aan. ‘Pandora, ooit de schoonste
van de Griekse vrouwen, kom, doe niet zo rottig, ook
al ben ik dan berooid, kom hier en laat me één keer voelen.’
De goden laten door een knaap sardientjes halen.
Geluid van bootverkeer klinkt op, van golven die om
kadetreden spoelen. Duiven dalen op de drempel neer.
Aan de overkant, halfweg een magazijn vol ingedikte lucht
van maïs en erwten, streept een dichter woorden weg
en krabt zijn kont. De zorgelijke staat van beurs en maag
dwingt hem tot genialiteit, hij voegt een nieuwe regel aan
zijn lofzang op het varken toe die rijmen moet op: zang.
‘Wat houd ik van je monologen, het kuiltje in je wang.’
Geluiden komen in de schalen van de pleinen schommelend
tot rust. Vanuit de keuken komt de geur van kool. Een dienster
schuifelt aan de deur voorbij met in haar jaszak haar obool.
Jasper Mikkers (1948)
uit: We zijn al lang onderweg (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Job -- Zie toch het nijlpaard
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* artisbestiarium
* nieuwe bijbelvertaling
* statenvertaling
Zie toch het nijlpaard, dat Ik heb gemaakt, evenals u.
Het eet gras zoals het rund.
Zie toch de kracht in zijn lendenen,
de sterkte in zijn buikspieren!
Hij spant zijn staart als een ceder,
de spieren zijner dijen zijn samengestrengeld.
Zijn beenderen zijn buizen van koper,
zijn knoken gelijk staven van ijzer.
Hij is de eerste van Gods werken,
het schepsel, waaraan Hij zijn zwaard gaf;
ja, de bergen leveren hem hun opbrengst,
waar alle dieren des velds spelen.
Onder de lotus legt hij zich neder,
in de schuilplaats van riet en moeras.
Lotusplanten beschutten hem met haar schaduw,
de wilgen der beek omgeven hem.
Zie, al is de stroom nog zo sterk, hij deinst niet terug;
hij voelt zich gerust, al bruist een Jordaan tegen zijn muil.
Durft men hem van voren vastgrijpen,
een strik door zijn neus halen?
Job 40:10-19
NBG-vertaling (1951)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* artisbestiarium
* nieuwe bijbelvertaling
* statenvertaling
Zie toch het nijlpaard, dat Ik heb gemaakt, evenals u.
Het eet gras zoals het rund.
Zie toch de kracht in zijn lendenen,
de sterkte in zijn buikspieren!
Hij spant zijn staart als een ceder,
de spieren zijner dijen zijn samengestrengeld.
Zijn beenderen zijn buizen van koper,
zijn knoken gelijk staven van ijzer.
Hij is de eerste van Gods werken,
het schepsel, waaraan Hij zijn zwaard gaf;
ja, de bergen leveren hem hun opbrengst,
waar alle dieren des velds spelen.
Onder de lotus legt hij zich neder,
in de schuilplaats van riet en moeras.
Lotusplanten beschutten hem met haar schaduw,
de wilgen der beek omgeven hem.
Zie, al is de stroom nog zo sterk, hij deinst niet terug;
hij voelt zich gerust, al bruist een Jordaan tegen zijn muil.
Durft men hem van voren vastgrijpen,
een strik door zijn neus halen?
Job 40:10-19
NBG-vertaling (1951)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
maandag 27 mei 2013
Frieda Snel -- Een ander land (1)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* website
* google
Een ander land (1)
Waren op vakantie voor een week
kwamen op weg naar weer een Blick
langs een boerderij waaruit een clubje
jonge Kätze op ons neerstreek
ze strekten hun staarten gaven kopjes
gleden bij mij langs mijn broek
Een gevlekt katertje deed extra aanhalig
haalde steeds een hitsig rood tongetje
uit zijn bek, ongemakkelijk stond dat.
Een jonge boer bleef stug mest
verscheppen, keek ons met sterke
blote handen van zijn erf.
We glisten over het steile pad omlaag.
Jij hield me vast, ik durfde op de weg
naar Schattwald niet te vallen.
Frieda Snel
uit: Kruisgang (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* website
Een ander land (1)
Waren op vakantie voor een week
kwamen op weg naar weer een Blick
langs een boerderij waaruit een clubje
jonge Kätze op ons neerstreek
ze strekten hun staarten gaven kopjes
gleden bij mij langs mijn broek
Een gevlekt katertje deed extra aanhalig
haalde steeds een hitsig rood tongetje
uit zijn bek, ongemakkelijk stond dat.
Een jonge boer bleef stug mest
verscheppen, keek ons met sterke
blote handen van zijn erf.
We glisten over het steile pad omlaag.
Jij hield me vast, ik durfde op de weg
naar Schattwald niet te vallen.
Frieda Snel
uit: Kruisgang (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
vrijdag 24 mei 2013
Peter Swanborn -- Vanaf de zijlijn
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* website
* bio'tje
* leest voor
Vanaf de zijlijn
Schuifelend, struikelend, het hoofd los op de romp
trekken ze voorbij. Verslagenen, wankelmoedigen, van
de lijst afgevoerd om redenen niet nader omschreven.
Hun onbegonnen werken trekken ze achter zich aan
op wielen die ratelen over keien, tussen hekken door,
de stad uit, naar zee. Waarom ik toekijk, geen idee,
maar juist als ik me omdraai, staat hij daar. Hij zwijgt
en wijst. Of ik zo goed wil zijn achter aan te sluiten.
Peter Swanborn (1963)
uit: Het huis woont in mij (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* website
* bio'tje
* leest voor
Vanaf de zijlijn
Schuifelend, struikelend, het hoofd los op de romp
trekken ze voorbij. Verslagenen, wankelmoedigen, van
de lijst afgevoerd om redenen niet nader omschreven.
Hun onbegonnen werken trekken ze achter zich aan
op wielen die ratelen over keien, tussen hekken door,
de stad uit, naar zee. Waarom ik toekijk, geen idee,
maar juist als ik me omdraai, staat hij daar. Hij zwijgt
en wijst. Of ik zo goed wil zijn achter aan te sluiten.
Peter Swanborn (1963)
uit: Het huis woont in mij (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
donderdag 23 mei 2013
A. Roland Holst -- Nawereld
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* dbnl
* letterkundig museum
* citaten
Nawereld
Uit ertsaders, de wortels door der eiken,
verhoogt van voor de wereld een langzaam
oerwoeden zich tot onweren van onder.
Eens zal het zich in heersers zonder naam
omhoog ontladen.
Puin van wereldrijken
zullen die overzien, en onverwonderd
aanschouwen.
Het zal stil, licht en doodstil,
er dan geworden zijn.
Naderhand komen
grote roofdieren uit oerwoud en stromen.
Sluipend en speurend zullen zij omgaan
langs brokken zuil, over gespleten drempels,
en wat nog rest van burchten en van tempels,
na het afsterven in verzwakte onwil.
In dat uur zonder duur
- af en aan -
komen en gaan,
tot de oude macht hersteld de koningsdieren
tussen de puinen door.
In het azuur
zijn, hangend in hun vlerken, ook de aasgieren
en arenden er weer.
Waar blijft in dat leeg uur
het wachten op?
Er is geen wachten meer.
A. Roland Holst (1888-1976)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* dbnl
* letterkundig museum
* citaten
Nawereld
Uit ertsaders, de wortels door der eiken,
verhoogt van voor de wereld een langzaam
oerwoeden zich tot onweren van onder.
Eens zal het zich in heersers zonder naam
omhoog ontladen.
Puin van wereldrijken
zullen die overzien, en onverwonderd
aanschouwen.
Het zal stil, licht en doodstil,
er dan geworden zijn.
Naderhand komen
grote roofdieren uit oerwoud en stromen.
Sluipend en speurend zullen zij omgaan
langs brokken zuil, over gespleten drempels,
en wat nog rest van burchten en van tempels,
na het afsterven in verzwakte onwil.
In dat uur zonder duur
- af en aan -
komen en gaan,
tot de oude macht hersteld de koningsdieren
tussen de puinen door.
In het azuur
zijn, hangend in hun vlerken, ook de aasgieren
en arenden er weer.
Waar blijft in dat leeg uur
het wachten op?
Er is geen wachten meer.
A. Roland Holst (1888-1976)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
dinsdag 21 mei 2013
Geerten Gossaert -- De bloeiende amandeltak
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* histori
* dbnl
* trouw
De bloeiende amandeltak
Ik sluimerde in den bloemenhof, in ’t malsche gras gelegen;
Toen wekte mij een zwoele geur de heuchnis van weleer...
En op mijn' moeden wenkbrauwboog voelde ik, vertroostend, wegen
Een wichtelooze vrouwehand, zacht streelend, héén en wéér.
En ’k stamelde in mijn droom: Waarom? Gunt gij dan geen vergéten?
Dit weinige, o liefste mijn, is àl wat ik begeer:
Eén uur van ongestoorden slaap uw goedheid niet te wéten,
Eén stonde niet van ú te zijn, o liefde wreed en teer!
Maar als ik mijnen blik ontlook ontwaarde ik slechts een venkel
Bezwangrend met zijn zwoelen geur de broeiende atmosfeer,
En over mijne leedverwoeste trekken wiegelde enkel
Een bloeiende amandeltak zijn schaduw, héén en wéér.
Geerten Gossaert (1884-1958)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* histori
* dbnl
* trouw
De bloeiende amandeltak
Ik sluimerde in den bloemenhof, in ’t malsche gras gelegen;
Toen wekte mij een zwoele geur de heuchnis van weleer...
En op mijn' moeden wenkbrauwboog voelde ik, vertroostend, wegen
Een wichtelooze vrouwehand, zacht streelend, héén en wéér.
En ’k stamelde in mijn droom: Waarom? Gunt gij dan geen vergéten?
Dit weinige, o liefste mijn, is àl wat ik begeer:
Eén uur van ongestoorden slaap uw goedheid niet te wéten,
Eén stonde niet van ú te zijn, o liefde wreed en teer!
Maar als ik mijnen blik ontlook ontwaarde ik slechts een venkel
Bezwangrend met zijn zwoelen geur de broeiende atmosfeer,
En over mijne leedverwoeste trekken wiegelde enkel
Een bloeiende amandeltak zijn schaduw, héén en wéér.
Geerten Gossaert (1884-1958)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Theo van Baaren -- Luister naar de stemmen van het water
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* gezongen door hetty blok
* dbnl
* gedicht op zorgvlied
Luister naar de stemmen van het water
Luister naar de stemmen van het water.
In ’t water rust de wijsheid van de aarde.
Vuur is schoon, maar bedriegt de zinnen.
Water woont met nacht in droomtijd samen.
Laat het water langs je oren ruisen.
Sluit je ogen toe en wees tevreden.
Nevel is een functie van het licht.
In de nacht spreekt water luid en helder.
Bij de aanlegsteiger aan het einde
glanst, ook in het diepste duister, 't water,
spiegel van de ogen van de dood.
Theo van Baaren (1912-1989)
uit: Op het water geschreven (1978)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* gezongen door hetty blok
* dbnl
* gedicht op zorgvlied
Luister naar de stemmen van het water
Luister naar de stemmen van het water.
In ’t water rust de wijsheid van de aarde.
Vuur is schoon, maar bedriegt de zinnen.
Water woont met nacht in droomtijd samen.
Laat het water langs je oren ruisen.
Sluit je ogen toe en wees tevreden.
Nevel is een functie van het licht.
In de nacht spreekt water luid en helder.
Bij de aanlegsteiger aan het einde
glanst, ook in het diepste duister, 't water,
spiegel van de ogen van de dood.
Theo van Baaren (1912-1989)
uit: Op het water geschreven (1978)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
zondag 19 mei 2013
Nel Benschop -- Pinksteren
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* bio
* dbnl
Pinksteren
Het is een vreemd, ongrijpbaar feest:
de nederdaling van de Geest.
Wat vlammen en geruis van wind,
een taal, die nieuwe woorden vindt.
Nu dalen er geen eng'len neer,
ver lijkt de opgestane Heer
.
Er is een wonder voor ons oog:
uit sintels rijst een vlam omhoog.
Er is een wonder voor ons oor:
Gods Geest vindt bij de mens gehoor.
Wie Hem verried getuigt van Hem,
wie Hem verliet spreekt met Zijn stem.
Het is een vreemd, onzegbaar feest:
de woord-geboorte van de Geest.
En in de Geest daalt onze Heer
voor eeuwig in ons midden neer!
Nel Benschop (1918-2005)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* bio
* dbnl
Pinksteren
Het is een vreemd, ongrijpbaar feest:
de nederdaling van de Geest.
Wat vlammen en geruis van wind,
een taal, die nieuwe woorden vindt.
Nu dalen er geen eng'len neer,
ver lijkt de opgestane Heer
.
Er is een wonder voor ons oog:
uit sintels rijst een vlam omhoog.
Er is een wonder voor ons oor:
Gods Geest vindt bij de mens gehoor.
Wie Hem verried getuigt van Hem,
wie Hem verliet spreekt met Zijn stem.
Het is een vreemd, onzegbaar feest:
de woord-geboorte van de Geest.
En in de Geest daalt onze Heer
voor eeuwig in ons midden neer!
Nel Benschop (1918-2005)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
vrijdag 17 mei 2013
Willem de Mérode -- Voorjaar
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* website
* dbnl
* graf
Voorjaar
De hagelbuien raatlen door den hemel.
De bamboestangen klapperen luidruchtig.
De wilde ganzen trekken krijschend verder.
Het water kreeg een korten snellen golfslag.
Het gele leem vertroebelt de rivieren.
‘t Heldere van de zee trekt zich terug.
Het wilde voorjaar spiegelt in mijn oogen.
Ik voel een schok door ’t plekje roerloosheid
Dat mij aan hemels stille midden bindt.
Ik zie u aan, gij slaat uw oogen neder.
‘t Is voorjaar, en een stem zingt in ons beiden
Dat ik zeer sterk ben, en nu zaaien wil.
Willem de Mérode (1887-1939)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* website
* dbnl
* graf
Voorjaar
De hagelbuien raatlen door den hemel.
De bamboestangen klapperen luidruchtig.
De wilde ganzen trekken krijschend verder.
Het water kreeg een korten snellen golfslag.
Het gele leem vertroebelt de rivieren.
‘t Heldere van de zee trekt zich terug.
Het wilde voorjaar spiegelt in mijn oogen.
Ik voel een schok door ’t plekje roerloosheid
Dat mij aan hemels stille midden bindt.
Ik zie u aan, gij slaat uw oogen neder.
‘t Is voorjaar, en een stem zingt in ons beiden
Dat ik zeer sterk ben, en nu zaaien wil.
Willem de Mérode (1887-1939)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
woensdag 15 mei 2013
Huygens, Pfeijffer & Blom -- Casuariestraat
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* kb
* dbnl
* gedichten
* tenstoonstelling
* Stemmen van Den Haag
Casuariestraat*
Mijn naam is aan een vreemde tweevoeter ontleend,
Of aan een minder vreemde tweevoeter die vreemd
Slechts gaat. Mijn straat is na de beste beurt in tijden
In staat om ook fatsoenlijk volk nu te verleiden.
Kom, neem me maar gerust van achter en van voren.
Kom, pak me openlijk en bloot. Ga door, ga door en
Niet stoppen nu. Je kunt me zoals alle heren
Van achter en van voor volledig penetreren.
Vrees niet voor schipbreuk door te prijzige Sirenen:
Je kunt mijn straat nu tegenwoordig eerbaar nemen
En gratis bovendien. Het is te gek voor woorden.
Ik ben met Venus’ vlucht verleidelijk geworden.
Ik ben een vreemde casus. Er wordt vaak gedacht
Dat Venus schoonheid in de wereld heeft gebracht.
Ik daarentegen werd door lelijkheid geplaagd
Totdat men Venus en haar schoonheid had verjaagd.
Waar vroeger vreemde vogels van divers pluimage
Mijn eerbaarheid te grabbel gooiden voor een gage,
Gaan nu met veren op hun hoed de heren rond
En neem ik slechts hun loftuitingen in de mond.
* Zo genoemd naar het uithangbord met deze vogel op
een vroeger wijd vermaard bordeel.
Via Casuaria. Casuaris-straet*
Seu peregrina bipes, seu casu multa supino
Nominis autor erat non peregrina bipes:
Tandem praecipuis par sum pertusa plateis,
Deque viâ tantum, pervia facta fui.
Transitus egressusque patet: qua turpiter hospes
Hauserat in media me, penetrare licet.
Tuta venis, procul hinc omni Sirene, juventus,
Quaque perire soles capta, per-ire potes.
Credibile est, inquis: sed, quod vix credere possis,
Ipsa venustatem praestat abacta Venus.
* A signo avis Casuariae sub quo celebre olim Lupanar
Ilja Leonard Pfeijffer & Frans Blom / Constantijn Huygens (1596-1687)
Pfeijffer & Blom vertaalden 150 gedichten van Huygens
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* kb
* dbnl
* gedichten
* tenstoonstelling
* Stemmen van Den Haag
Casuariestraat*
Mijn naam is aan een vreemde tweevoeter ontleend,
Of aan een minder vreemde tweevoeter die vreemd
Slechts gaat. Mijn straat is na de beste beurt in tijden
In staat om ook fatsoenlijk volk nu te verleiden.
Kom, neem me maar gerust van achter en van voren.
Kom, pak me openlijk en bloot. Ga door, ga door en
Niet stoppen nu. Je kunt me zoals alle heren
Van achter en van voor volledig penetreren.
Vrees niet voor schipbreuk door te prijzige Sirenen:
Je kunt mijn straat nu tegenwoordig eerbaar nemen
En gratis bovendien. Het is te gek voor woorden.
Ik ben met Venus’ vlucht verleidelijk geworden.
Ik ben een vreemde casus. Er wordt vaak gedacht
Dat Venus schoonheid in de wereld heeft gebracht.
Ik daarentegen werd door lelijkheid geplaagd
Totdat men Venus en haar schoonheid had verjaagd.
Waar vroeger vreemde vogels van divers pluimage
Mijn eerbaarheid te grabbel gooiden voor een gage,
Gaan nu met veren op hun hoed de heren rond
En neem ik slechts hun loftuitingen in de mond.
* Zo genoemd naar het uithangbord met deze vogel op
een vroeger wijd vermaard bordeel.
Via Casuaria. Casuaris-straet*
Seu peregrina bipes, seu casu multa supino
Nominis autor erat non peregrina bipes:
Tandem praecipuis par sum pertusa plateis,
Deque viâ tantum, pervia facta fui.
Transitus egressusque patet: qua turpiter hospes
Hauserat in media me, penetrare licet.
Tuta venis, procul hinc omni Sirene, juventus,
Quaque perire soles capta, per-ire potes.
Credibile est, inquis: sed, quod vix credere possis,
Ipsa venustatem praestat abacta Venus.
* A signo avis Casuariae sub quo celebre olim Lupanar
Ilja Leonard Pfeijffer & Frans Blom / Constantijn Huygens (1596-1687)
Pfeijffer & Blom vertaalden 150 gedichten van Huygens
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
dinsdag 14 mei 2013
Hélène Swarth -- De vaart
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* wat gedichten
* dbnl
* historici
* graf
De vaart
Het bruine schip doorploegt de stille vaart,
En groeft zijn voren, zilverblank, in ’t water,
Gelijk een smart, die lange sporen nalaat
In de effen ziel en rimpels grift in ’t voorhoofd.
In de avondstilte hangen slap de zeilen
-- Zoo laat een zwaan de moede vleugels hangen --
En forsche mannen trekken ’t zware sleeptouw.
Aan 't rozig perelgrijs der transen drijven,
Uit mist geboren, lage looden wolken.
Der slanke popels kale twijgen weven
Op ’t hemelgrauw borduursel, fijn als kantwerk,
Waar nog een vogel zingt van hoop en leven,
Terwijl de zon haar laatste vlammen uitdooft.
Hélène Swarth (1859-1941)
uit: Beelden en stemmen (1887)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* wat gedichten
* dbnl
* historici
* graf
De vaart
Het bruine schip doorploegt de stille vaart,
En groeft zijn voren, zilverblank, in ’t water,
Gelijk een smart, die lange sporen nalaat
In de effen ziel en rimpels grift in ’t voorhoofd.
In de avondstilte hangen slap de zeilen
-- Zoo laat een zwaan de moede vleugels hangen --
En forsche mannen trekken ’t zware sleeptouw.
Aan 't rozig perelgrijs der transen drijven,
Uit mist geboren, lage looden wolken.
Der slanke popels kale twijgen weven
Op ’t hemelgrauw borduursel, fijn als kantwerk,
Waar nog een vogel zingt van hoop en leven,
Terwijl de zon haar laatste vlammen uitdooft.
Hélène Swarth (1859-1941)
uit: Beelden en stemmen (1887)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
maandag 13 mei 2013
Gerard den Brabander -- Nocturne
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* npe
* dbnl
* historici
* graf
Nocturne
Wuft de handschoen, wuft het klein gebaar,
wulpsch de mond en ’t licht in d’ oogekieren,
wolvenbeet de bont om ’t blonde haar:
vrouwen zijn de wonderlijkste dieren.
Bidt de mond den appelbeet te vieren,
wijkt de blik te wimper voor gevaar,
waait de scheemring over lustrivieren,
wenkt het lied over de nachtgitaar,
beeft het woud onder den roep der stieren,
wiegt de slang – de melodie gewaar –
weiflend over spleten zich en wieren:
schrijft de vleermuis met nerveuze zwieren
mij den wil voor van den toovenaar,
dien ik met een schreeuw in u ervaar.
Gerard den Brabander (1900-1968)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* npe
* dbnl
* historici
* graf
Nocturne
Wuft de handschoen, wuft het klein gebaar,
wulpsch de mond en ’t licht in d’ oogekieren,
wolvenbeet de bont om ’t blonde haar:
vrouwen zijn de wonderlijkste dieren.
Bidt de mond den appelbeet te vieren,
wijkt de blik te wimper voor gevaar,
waait de scheemring over lustrivieren,
wenkt het lied over de nachtgitaar,
beeft het woud onder den roep der stieren,
wiegt de slang – de melodie gewaar –
weiflend over spleten zich en wieren:
schrijft de vleermuis met nerveuze zwieren
mij den wil voor van den toovenaar,
dien ik met een schreeuw in u ervaar.
Gerard den Brabander (1900-1968)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Maarten van der Graaff -- 139
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* website
* interview
* clip
* psalm 139
139
Ik omgeef je van achter en van voren,
ik leg mijn hand op je.
Mijn hand is een eenzelvige korst op je.
Je voelt leem, de huid van
Leviathan. Vastberaden, oeroude Leviathan.
Ik houd mijn oog op je.
Al week je voorbij mijn begrip (mijn begrip is een zee
je kunt geen kant op of er is begrip),
al kroop je terug bij je moeder,
dan nog zou mijn hand zich vergrijpen,
mijn rechterhand smoren als
mos zonder weet van zijn
stugheid.
Mijn linkerhand aanhalen, met trage halen
tot stilte manen.
Word ik wakker,
dan nog ben ik bij je.
Maarten van der Graaff (1987)
uit: Vluchtautogedichten (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* website
* interview
* clip
* psalm 139
139
Ik omgeef je van achter en van voren,
ik leg mijn hand op je.
Mijn hand is een eenzelvige korst op je.
Je voelt leem, de huid van
Leviathan. Vastberaden, oeroude Leviathan.
Ik houd mijn oog op je.
Al week je voorbij mijn begrip (mijn begrip is een zee
je kunt geen kant op of er is begrip),
al kroop je terug bij je moeder,
dan nog zou mijn hand zich vergrijpen,
mijn rechterhand smoren als
mos zonder weet van zijn
stugheid.
Mijn linkerhand aanhalen, met trage halen
tot stilte manen.
Word ik wakker,
dan nog ben ik bij je.
Maarten van der Graaff (1987)
uit: Vluchtautogedichten (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
vrijdag 10 mei 2013
N.E.M. Pareau -- Opdracht
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
* wikipedia
* historici.nl
* xxviii sonnetten (pdf)
Opdracht
Wanneer de koele avondstond de vale
lazuren lucht befloerst met een gordijn,
waardoor ik, leunend in het raamkozijn
de stille maan en ’t sterrenheer zie dwalen,
ontwaar ik eensklaps bij den wolken rand
het zacht gelaat zich uit den mist onthullen;
ik zie de ogen zich van tranen vullen;
dan daalt een zware nevel op het land.
De lichten doven. Voller gaat de nacht
op het onzichtbaar dek der velden hangen;
en nog, gehurkt aan ’t open venster, wacht
ik op uw wederkomst met groot verlangen
en schaam mij voor de stamelende gezangen,
die, onbekende, u zijn toegedacht.
N.E.M. Pareau (1906-1981)
uit: Argos en Arcadia (1935)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* dbnl
* wikipedia
* historici.nl
* xxviii sonnetten (pdf)
Opdracht
Wanneer de koele avondstond de vale
lazuren lucht befloerst met een gordijn,
waardoor ik, leunend in het raamkozijn
de stille maan en ’t sterrenheer zie dwalen,
ontwaar ik eensklaps bij den wolken rand
het zacht gelaat zich uit den mist onthullen;
ik zie de ogen zich van tranen vullen;
dan daalt een zware nevel op het land.
De lichten doven. Voller gaat de nacht
op het onzichtbaar dek der velden hangen;
en nog, gehurkt aan ’t open venster, wacht
ik op uw wederkomst met groot verlangen
en schaam mij voor de stamelende gezangen,
die, onbekende, u zijn toegedacht.
N.E.M. Pareau (1906-1981)
uit: Argos en Arcadia (1935)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
donderdag 9 mei 2013
Gerard Wijdeveld -- Hemelvaart
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
* wikipedia
* necrologie
Hemelvaart
“Gij, die naar de zomerklare
hemel droef staat op te staren,
zegt ons wat de reden is
van uw vreemde treurenis!”
“Jesus, die ons leerde leven
en ons God heeft weergegeven,
liet ons, arm en klein, alleen.
Daar’s de wolk waar Hij verdween.”
“Ach, is zó snel dan te doven
dat beminnen, dat geloven,
dat gij vatte aan zijn oog?
Slaat die vlam niet hemelhoog?
Hoort dan, kleinen van gelove:
God zendt uit de hoge hoven,
waar uw Heer nu bij Hem is,
ons neer naar uw droefenis
en Hij laat door onze monden
u het nieuw geheim verkonden,
nieuwe brand en nieuwe zin
voor dat vuur, geloof en min:
Jesus’ scheiden blijft geen scheiden;
aan het einde van de tijden
keert Hij, licht en luister, weer.
Wacht en roept Hem: kom o Heer!
Nooit, bij nacht niet en bij dage,
nooit, bij jubelen noch klagen,
nooit zij u de mond meer stom
van die kreet: Heer Jesus, kom!”
Gerard Wijdeveld (1905-1997)
uit: Vijf geheimen (1955)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* dbnl
* wikipedia
* necrologie
Hemelvaart
“Gij, die naar de zomerklare
hemel droef staat op te staren,
zegt ons wat de reden is
van uw vreemde treurenis!”
“Jesus, die ons leerde leven
en ons God heeft weergegeven,
liet ons, arm en klein, alleen.
Daar’s de wolk waar Hij verdween.”
“Ach, is zó snel dan te doven
dat beminnen, dat geloven,
dat gij vatte aan zijn oog?
Slaat die vlam niet hemelhoog?
Hoort dan, kleinen van gelove:
God zendt uit de hoge hoven,
waar uw Heer nu bij Hem is,
ons neer naar uw droefenis
en Hij laat door onze monden
u het nieuw geheim verkonden,
nieuwe brand en nieuwe zin
voor dat vuur, geloof en min:
Jesus’ scheiden blijft geen scheiden;
aan het einde van de tijden
keert Hij, licht en luister, weer.
Wacht en roept Hem: kom o Heer!
Nooit, bij nacht niet en bij dage,
nooit, bij jubelen noch klagen,
nooit zij u de mond meer stom
van die kreet: Heer Jesus, kom!”
Gerard Wijdeveld (1905-1997)
uit: Vijf geheimen (1955)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
dinsdag 7 mei 2013
Thera Westerman -- Opa Kok (XI)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* google
Opa Kok (XI)
Mijn eenden bezitten wonderlijk melodieuze voetjes. Ze
lopen als een continue applaus achter me aan, vaak krijg
ik de neiging tot buigen. Vooralsnog dragen ze geen
bouquetjes rozen of rotte tomaten onder hun vleugels.
Ik zou het best eens kunnen proberen, alhoewel ze niet
hoger kunnen kijken dan mijn enkels en die buigen
slecht.
Of breken.
De deurwaarder, praktisch en pension, ziet er
overdonderend uit. Groot en in zwart leer gehuld
schrijft hij zijn rampzalige tijdingen heel zorgvuldig in
schoonschrift uit, hunkerend naar koffie en een praatje.
Beide laat ik achterwege, hetgeen hem diep kwetst.
Mijn onstartbare auto hebben we samen het zandpad
afgeduwd met de vermetele hoop hem rijdend te krijgen,
deze inspanning is erg slecht voor mijn astma vond de
hijgende deurwaarder, duwen mogen duerwaarders
nooit, wèl schoonschrijven. Ik doe mijn plicht, mevrouw.
Zo is dat, tot ziens, meneer.
Thera Westerman (1930)
uit: Een mug in de winter (1972)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Opa Kok (XI)
Mijn eenden bezitten wonderlijk melodieuze voetjes. Ze
lopen als een continue applaus achter me aan, vaak krijg
ik de neiging tot buigen. Vooralsnog dragen ze geen
bouquetjes rozen of rotte tomaten onder hun vleugels.
Ik zou het best eens kunnen proberen, alhoewel ze niet
hoger kunnen kijken dan mijn enkels en die buigen
slecht.
Of breken.
De deurwaarder, praktisch en pension, ziet er
overdonderend uit. Groot en in zwart leer gehuld
schrijft hij zijn rampzalige tijdingen heel zorgvuldig in
schoonschrift uit, hunkerend naar koffie en een praatje.
Beide laat ik achterwege, hetgeen hem diep kwetst.
Mijn onstartbare auto hebben we samen het zandpad
afgeduwd met de vermetele hoop hem rijdend te krijgen,
deze inspanning is erg slecht voor mijn astma vond de
hijgende deurwaarder, duwen mogen duerwaarders
nooit, wèl schoonschrijven. Ik doe mijn plicht, mevrouw.
Zo is dat, tot ziens, meneer.
Thera Westerman (1930)
uit: Een mug in de winter (1972)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
maandag 6 mei 2013
Manuel Kneepkens -- Landschap met beroete aardbei
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
* wikipedia
* lastige vragen
Landschap met beroete aardbei
Wie een aardbei neemt
zo'n beroete rode
eet zijn jeugd
terug
z'n Moeder, zingend
onder het wasgoed van de wolken
liederen uit de Duisternis
O, als de merels
verstrikt
in Vaders aardbei-net...
In het vuilst van de Mijnstreek
onder de ligusterheg
moest je ze begraven...
Hoor, hoe ze moeizaam musiceren, sindsdien
een Requiem
onder elke voetstap die je zet op aarde
‘Want ik ben de Vredesvorst, de Ware...’
aldus bloost
de aardbei:
‘Wie mij neemt & eet
eet
zijn jeugd terug...’
En zie, de kruisbes
& de aalbes
& de klap-
bes
ruisen
& buigen & wuiven
als in Driekoningen-
mantels, brokaat van Aanbidding
‘Dus, Moeders, zoen in mijn naam
op wangen Nirwanah
't bloot van jullie babies
aardbiedig
Want ik ben de Aardbei
Wie mij neemt & eet
eet zijn jeugd terug...’
Aldus zoent de Aardbei de roetzwarte vorst!
Manuel Kneepkens (1942)
uit: Zuiderlinks (1999)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* dbnl
* wikipedia
* lastige vragen
Landschap met beroete aardbei
Wie een aardbei neemt
zo'n beroete rode
eet zijn jeugd
terug
z'n Moeder, zingend
onder het wasgoed van de wolken
liederen uit de Duisternis
O, als de merels
verstrikt
in Vaders aardbei-net...
In het vuilst van de Mijnstreek
onder de ligusterheg
moest je ze begraven...
Hoor, hoe ze moeizaam musiceren, sindsdien
een Requiem
onder elke voetstap die je zet op aarde
‘Want ik ben de Vredesvorst, de Ware...’
aldus bloost
de aardbei:
‘Wie mij neemt & eet
eet
zijn jeugd terug...’
En zie, de kruisbes
& de aalbes
& de klap-
bes
ruisen
& buigen & wuiven
als in Driekoningen-
mantels, brokaat van Aanbidding
‘Dus, Moeders, zoen in mijn naam
op wangen Nirwanah
't bloot van jullie babies
aardbiedig
Want ik ben de Aardbei
Wie mij neemt & eet
eet zijn jeugd terug...’
Aldus zoent de Aardbei de roetzwarte vorst!
Manuel Kneepkens (1942)
uit: Zuiderlinks (1999)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
zondag 5 mei 2013
Hanneke van Eijken -- Hoe we slapen
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* vpro (radio)
* interview
* iPoetry
Hoe we slapen
Later zullen ze ons vinden, in holtes
in steen, onder lagen kalk en aarde
ze zullen zich voorstellen, met voorzichtige handen
gruis uit onze neuzen aaien
ons uit kiezelgrond kloppen en vegen
ze zullen nagaan hoeveel licht we vingen
de vleugelslagen die we maakten
het wrijven van onze voeten
misschien vermoeden dat we nachtenlang
keken hoe sneeuwwolken voorbijtrokken
wij onze armen
klapwiekend in de lucht hielden
hoe mijn lichaam onder je handen past
Hanneke van Eijken (1981)
uit: Papieren veulens (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* vpro (radio)
* interview
* iPoetry
Hoe we slapen
Later zullen ze ons vinden, in holtes
in steen, onder lagen kalk en aarde
ze zullen zich voorstellen, met voorzichtige handen
gruis uit onze neuzen aaien
ons uit kiezelgrond kloppen en vegen
ze zullen nagaan hoeveel licht we vingen
de vleugelslagen die we maakten
het wrijven van onze voeten
misschien vermoeden dat we nachtenlang
keken hoe sneeuwwolken voorbijtrokken
wij onze armen
klapwiekend in de lucht hielden
hoe mijn lichaam onder je handen past
Hanneke van Eijken (1981)
uit: Papieren veulens (2013)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
zaterdag 4 mei 2013
Jacobus Bellamy -- Het gebrek in Chloris
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* wikipedia
* literatuurgeschiedenis.nl
* dbnl
Het gebrek in Chloris
Natuur gaf aan mijn Chloris
Heur allerschoonste gaven.
Zij gaf haar schoone leden,
Zij gaf haar tintlende oogjes,
En blosjes op de wangen.
Zij gaf haar, trots de mannen,
En vlug vernuft, en oordeel.
In 't kort, zij gaf haar alles,
Wat maagden kan versieren.
Maar jammer is 't - zij weet het!
Jacobus Bellamy (1757-1786)
Gezangen mijner jeugd (1782)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* wikipedia
* literatuurgeschiedenis.nl
* dbnl
Het gebrek in Chloris
Natuur gaf aan mijn Chloris
Heur allerschoonste gaven.
Zij gaf haar schoone leden,
Zij gaf haar tintlende oogjes,
En blosjes op de wangen.
Zij gaf haar, trots de mannen,
En vlug vernuft, en oordeel.
In 't kort, zij gaf haar alles,
Wat maagden kan versieren.
Maar jammer is 't - zij weet het!
Jacobus Bellamy (1757-1786)
Gezangen mijner jeugd (1782)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
vrijdag 3 mei 2013
Jozef de Ras -- Een jonge wees bij het graf van zijn boezemvriend
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
Een jonge wees bij het graf van zijn boezemvriend
Hoe pijn'lijk valt het mij van u te zijn gescheiden,
Van u mijn dierb'ren vriend, mijn laatsten troost op d'aard.
Doch heeft de wreede dood ons ook van een getrokken,
Uw hart leeft voort in 't mijn en blijft mijn' liefde waard.
Moet ook mijn teng're harp u reeds een treurzang wijden,
En stort ik op uw graf nog meenige weemoedstraan,
Toch blijft mijn hoop op God, die heil sticht bij de rampen,
En biddend worstel 'k voort op 's werelds oceaan.
Roept soms een frische roos pas op het graf ontloken,
Mij uwe prille jeugd weer sprekend voor den geest,
Dan denk ik aan uw troost, die vroeger me op kwam beuren,
Als 't hart door rouw en smart was heengevoerd geweest.
En richt ik 't oog omhoog, naar het sprekend beeld der smarte,
Naar eenen jongen wilg, die op uw heuvel treurt,
Dan treurt het hart met hem en stamel ik uw name,
Maar niemand is hier meer, die al mijn leed bespeurt.
Mijn laatste troost op d'aard ging dus met u ten grave,
Deez' driemaal dubb'le rouw valt, Heer, mij al te zwaar,
O God! wil me arme wees uit deze folt'ring halen,
En plaatst mij bij mijn vriend en 't dierbaar ouderpaar.
Jozef de Ras (1868-1937)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
* dbnl
Een jonge wees bij het graf van zijn boezemvriend
Hoe pijn'lijk valt het mij van u te zijn gescheiden,
Van u mijn dierb'ren vriend, mijn laatsten troost op d'aard.
Doch heeft de wreede dood ons ook van een getrokken,
Uw hart leeft voort in 't mijn en blijft mijn' liefde waard.
Moet ook mijn teng're harp u reeds een treurzang wijden,
En stort ik op uw graf nog meenige weemoedstraan,
Toch blijft mijn hoop op God, die heil sticht bij de rampen,
En biddend worstel 'k voort op 's werelds oceaan.
Roept soms een frische roos pas op het graf ontloken,
Mij uwe prille jeugd weer sprekend voor den geest,
Dan denk ik aan uw troost, die vroeger me op kwam beuren,
Als 't hart door rouw en smart was heengevoerd geweest.
En richt ik 't oog omhoog, naar het sprekend beeld der smarte,
Naar eenen jongen wilg, die op uw heuvel treurt,
Dan treurt het hart met hem en stamel ik uw name,
Maar niemand is hier meer, die al mijn leed bespeurt.
Mijn laatste troost op d'aard ging dus met u ten grave,
Deez' driemaal dubb'le rouw valt, Heer, mij al te zwaar,
O God! wil me arme wees uit deze folt'ring halen,
En plaatst mij bij mijn vriend en 't dierbaar ouderpaar.
Jozef de Ras (1868-1937)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
woensdag 1 mei 2013
Anoniem -- Herders-lied
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Herders-lied.
Wijze: Van het Prinsje.
Mijn hutje dat ik bewoon,
Is altijd proper en schoon,
'k Leef vergenoegd onbeschroomd,
Waar mij een beekje bestroomd,
Als ik mijn kudde slechts wei,
Is steeds mijn liefje daarbij,
Dan ga ik met mijn vriendin (bis).
Zachtjes ook veldwaarts maar in. ja ja (bis).
Als zij een deuntje dan kweelt,
Wijl ons de Nachtegaal streelt,
Dan bij dit zoete geluid,
Kus ik haar telkens mijn bruid,
Onschuldig hoor ik haar aan,
Als wij het lommer ingaan,
Ach hoe bevallig en schoon, (bis).
Is steeds mijn liefje haar toon. ja ja. (bis).
Heeft zij haar lied dan gestaakt,
Voel ik mijn hart soms geraakt,
Wyl mij het minvuur dan wekt,
En tot de liefdelust trekt,
Vlechtend leg om haar hals
Ach hoe bevallig; hoe malsch,
Is slechts een enk'le zoen, (bis).
Als men 't eenzaam kan doen. ja ja. (bis).
Alles is stil ik vermoed.
Wyl men de mingod voldoet,
Men zweert standvastige trouw,
Nimmer verzelt door berouw,
Wy zweeren trouw op het land,
Zuchtend reikt zij mij haar hand,
Ach, ach, hoe bevallig en schoon, (bis).
Is dan haar streelenden toon. ja ja. (bis).
Als dan myn brand is gebluscht,
En zy is teeder gekust
Gaan wy als Plebus verdwijnt
En ons de maan weer beschynt,
Zacht maar onze woning weer heen.
Wy leven stil en te vreen,
Ach ach, hoe lieflijk en schoon, (bis).
Is dan myn hut daar ik in woon. (bis).
Herders! gaat gy naar de wei,
Neemt dan uw Liefje er by,
Meê naar die eenzame streek,
Als by een ruischenden beek
Waar steeds Apollo verschynt,
Daar zorg en kommer verdwynt,
Neemt daar u tooverende fluit, (bis).
Blaast er de mintoon maar uit, ja, ja. (bis).
Anoniem
uit: De Geldersche nachtegaal (1870)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Herders-lied.
Wijze: Van het Prinsje.
Mijn hutje dat ik bewoon,
Is altijd proper en schoon,
'k Leef vergenoegd onbeschroomd,
Waar mij een beekje bestroomd,
Als ik mijn kudde slechts wei,
Is steeds mijn liefje daarbij,
Dan ga ik met mijn vriendin (bis).
Zachtjes ook veldwaarts maar in. ja ja (bis).
Als zij een deuntje dan kweelt,
Wijl ons de Nachtegaal streelt,
Dan bij dit zoete geluid,
Kus ik haar telkens mijn bruid,
Onschuldig hoor ik haar aan,
Als wij het lommer ingaan,
Ach hoe bevallig en schoon, (bis).
Is steeds mijn liefje haar toon. ja ja. (bis).
Heeft zij haar lied dan gestaakt,
Voel ik mijn hart soms geraakt,
Wyl mij het minvuur dan wekt,
En tot de liefdelust trekt,
Vlechtend leg om haar hals
Ach hoe bevallig; hoe malsch,
Is slechts een enk'le zoen, (bis).
Als men 't eenzaam kan doen. ja ja. (bis).
Alles is stil ik vermoed.
Wyl men de mingod voldoet,
Men zweert standvastige trouw,
Nimmer verzelt door berouw,
Wy zweeren trouw op het land,
Zuchtend reikt zij mij haar hand,
Ach, ach, hoe bevallig en schoon, (bis).
Is dan haar streelenden toon. ja ja. (bis).
Als dan myn brand is gebluscht,
En zy is teeder gekust
Gaan wy als Plebus verdwijnt
En ons de maan weer beschynt,
Zacht maar onze woning weer heen.
Wy leven stil en te vreen,
Ach ach, hoe lieflijk en schoon, (bis).
Is dan myn hut daar ik in woon. (bis).
Herders! gaat gy naar de wei,
Neemt dan uw Liefje er by,
Meê naar die eenzame streek,
Als by een ruischenden beek
Waar steeds Apollo verschynt,
Daar zorg en kommer verdwynt,
Neemt daar u tooverende fluit, (bis).
Blaast er de mintoon maar uit, ja, ja. (bis).
Anoniem
uit: De Geldersche nachtegaal (1870)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster