= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
* wikipedia
* literatuurgeschiedenis
Aan Laura
O zeg mij, kan uw oog, mijn Engelin!
Op gindse struik die Honigbij bespeuren?
Hoe dartelt zij, als ongestaâg van zin,
Het bloembed rond, zo rijk aan frisse kleuren!
Daar duikt zij bloem- bij bloemkelk gretig in,
En weet daaruit den nektarschat te beuren:
Die arbeid schaft haar voedsel en gewin:
En toch, geen bloem verarmt aan verw noch geuren
Is niet die Bij het levend evenbeeld
Des trouwen vriends, die u zijn min bleef wijden?
En toch; gij poogt u uit zijn arm te ontvrijden,
Als soms mijn mond een kusjen u ontsteelt.
Ook u toch doet die kus geen schade lijden,
Terwijl zijn zoet de wond mijns boezems heelt.
Aug. 1849
Jacob van Lennep (1802-1868)
• Speel het gedichtenspel
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten