woensdag 3 augustus 2016

Louis Couperus -- Dionyzos-studieën

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


wikipedia
dbnl
Couperus-museum
20 seconden film







Dionyzos-Studiën III

Nu, lachend, speuren mijn begerige ogen
Naar iedre sater, die ik, marmer zie,
Beschonken, neergezonken op één knie,
De wijnzak drukkende; dra zat gezogen,

Loert naar een nymf hij met zijn scheel gespie:
Zijn dronken vingers bootsen, lustgebogen,
Krambevende haar lichaam na: gedogen
Zal hij het nooit, dat zij hem snel ontvlie.

Zijn lach grijnst breed; zijn spitse oren trillen,
Zijn lippen, droesemrood nog, zouden willen
Haar lippen bijten met zijn dronken zoen.

In 't marmer is zijn wil veronverwrikbaard;
Hij weet - en van voldoening spitst zijn sikbaard -
Dat Dionyzos haar geen hulp zal doen!



Dionyzos-studieën VIII

Op 't bas-relief, marmerjuweelig, teêrtjes,
Festoent een wijnoogst, feest, dat mij verrukt.
De druivegoodjes klimmen op de leêrtjes
En hebben dra den vollen tros geplukt.

Zij hellen, lachend overlangs gebukt,
En bieden andren goodjes keer op keertjes
't Zoo zwaar gezwollen ooft, dat over, weêrtjes,
Het godje tuimelt, als omver gerukt.

Een loopt er, torsend 't korfjen overvol
Met beide knuistjes 't knellend op zijn bol:
Wanklend de dikke beentjes wijd, wil 't brengen

Zijn buit den wijnbak toe, waar rythmiesch twee
De trossen dansend treden : Evoé!
Tot most, dien ze u, mijn Dionyzos, plengen!


Louis Couperus (1863-1923)
uit: Dionyzos (1904) (pdf)



Evoé : jubelkreet der bacchanten





• Speel het gedichtenspel

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Geen opmerkingen:

Een reactie posten