• wikipedia
• dbnl
• gedichten
• schrijversinfo
De groote visschen en de kleine
Een visscher trok zijn net, en wierp zijn buit
Springlevend op den oever uit.
De groote visch kon hij, zoo doende, vangen,
Daar ze in de kor was blijven hangen.
De kleinere evenwel verdween,
En glipte, eer hij ze greep nog, door de mazen heen.
Aan wie niet uitsteekt, valt te ontsnappen niet zoo zwaar.
Zelden ontkomt vermaardheid aan gevaar.
*
De bloodaard en de raven
Een man, die niet tot de stoutmoedigsten behoorde
Begaf zich op het oorlogspad.
Toen 't krassen van een raaf de stilte stoorde,
Zette hij zich, en rustte wat.
Nadat zijn opmarsch was hernomen,
En er opnieuw gekras klonk uit de boomen.
Vond hij dat toch bepaald niet pluis.
„Krast maar, zooveel ge wilt, toch zullen
Uw snavels aan mijn vleesch niet smullen
En zult ge aan mij de maag niet vullen,"
Riep hij, keerde om en ging naar huis.
Ge ziet, hoe licht men zich ontslagen acht
Van wat met weerzin moest volbracht.
*
De goede dingen en de kwade
De goede dingen, omdat zij de zwakste waren,
Zijn door de kwade van deze aarde eenmaal verjaagd.
Ten hemel zijn zij op gevaren,
En hebben daar aan Zeus gevraagd,
Hoe dat nu moest, om met de menschen nog te leven.
De Oppergod gaf hun te verstaan,
Dat zij niet allen tegelijk hadden te gaan,
Maar een voor een zich naar omlaag moesten begeven,
Opdat hun vijanden het niet
Bemerken zouden; en zoo is geschied.
Vandaar dan ook, dat we op de kwade dingen,
Die als in hinderlaag ons van nabij bespringen,
lederen dag, iederen nacht,
Doorloopend, moeten zijn bedacht.
Maar op de goede, die om beurten telken male
Heel uit den hemel komen dalen,
Aleer ons te bereiken, zult
Ge moeten wachten met geduld.
Jan Prins (1876-1948)
uit: Naar Aesopus
• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten