• Deze week worden de gedichten bij Coster gekozen door Guus Middag. Van zijn hand verscheen zojuist
De wereld is weer plat, ja. De poëzie van tegenwoordig, een boek met twintig stukken over twintig gedichten en liedteksten van na 2000, van dichters als Marieke Rijneveld, Ingmar Heytze, Ester Naomi Perquin, Ilja Leonard Pfeijffer en Radna Fabias, zangers en zangeressen als Daniël Lohues en Katinka Polderman en hiphoppers als De Jeugd van Tegenwoordig. De
gedichten die hij voor Coster bespreekt, staan niet in het boek.
“Ik kies deze week vijf ‘verborgen’ gedichten: gedichten die zich op onverwachte plaatsen aandienen. Vandaag een gedicht dat ik aantrof in een schrift uit 1943, van de dichter en beeldend kunstenaar Chr. J. van Geel (1917-1974). Ik heb mij voorgenomen een biografie over hem te schrijven; daarvoor orden ik nu zijn omvangrijke nagelaten archief. In het schrift uit 1943 vond ik dagboekaantekeningen, en een verzameling overgeschreven gedichten van anderen. Tussen Nijhoff, Achterberg en Van Ostaijen trof ik een gedicht van A.J.D. van Oosten aan.
Ik was verrast. Die naam was ik in verband met Van Geel nog nooit tegengekomen. Sowieso lees je de naam van Van Oosten maar zelden. Ik ken hem alleen uit bloemlezingen. Vier wonderlijke gedichten in de bloemlezing van Komrij, zeven wonderlijke gedichten in de bloemlezing van Pfeijffer – en nu dus deze ‘Miniatuur’ in de privé-bloemlezing van Van Geel. Wat weet ik van deze Van Oosten? Niets. Dat is ook wel eens prettig. Wist ik, althans van tijd tot tijd, maar van iedereen niets – en kon ik alles en iedereen altijd maar lezen alsof het voor het eerst was. Het is een kort gedicht. Het gaat over een verkeersongeval.”
Miniatuur
Het heeft zich aldus toegedragen:
zij kwam hier hard voorbij gerend
en is daar, bij dat rood cement,
tweemaal over den kop geslagen,
men heeft haar naam nog kunnen vragen,
dit zijn de stukken van den wagen,
de oorzaak is ons niet bekend.
A.J.D. van Oosten (1898-1969)
Enkele weken geleden op mijn site: zie https://www.arspoetica.nl/ archief week 38-2019
BeantwoordenVerwijderen