Hoe zou de applebottom in het Nederlands heten? Ik ging ernaar op zoek, en kwam er al snel achter dat het Engelse woord onze taal al had bereikt: in een gedicht van Quirien van Haelen. Hij maakte een straattaalversie van het bekende achttiende-eeuwse gedicht ‘De pruimeboom’ van Hieronymus van Alphen. Daarin zag ene Jantje eens pruimen hangen, ‘o! als eieren zo groot’. Hij wilde ze graag plukken, ‘schoon zijn vader ’t hem verbood’. Jantje was in tweestrijd, overlegde hardop in zichzelf, besloot het toch niet te doen. Zijn vader had zijn brave jongen met zichzelf horen worstelen, prees hem zeer en beloonde hem alsnog met de door hem zo begeerde pruimen.
Bij Van Haelen, 250 jaar later, ziet Jantje geen pruimen, maar iets dat op een appel lijkt: ‘Jantje zag die applebottom / van die spange spandexho.’ Spang betekent ‘sexy’, spandex is elastaan en een ho is een hoer of slet. Jantje ziet de bolle bips van een lekkere meid in een strakke lycralegging – en hij begint er meteen zin in te krijgen. De ho is ook nog eens de vriendin van zijn broer, en laat zijn broer nu net in de gevangenis zitten (‘mi brada zit toch in de jilla’). Ook zij is wel in voor een verzetje.
Bij Hieronymus van Alphen ging papa aan het eind van de vertelling schudden aan de boom en daarna kreeg Jantje ‘zijn hoed vol pruimen, / en liep heen op een galop’. Bij Van Haelen loopt het allemaal heel anders af. Hier gaat het smatje aan het schudden – met haar achterste, ‘hoofd naar onder, bil omhoog’. Het eind van het lied komt dan snel: ‘Jantje hield het niet lang droog.’ Allemaal de schuld van die applebottom.
Uit Verklarend zakwoordenboekje van rare woorden van Guus Middag, te koop bij de uitgever.
Die applebottom (Een story)
Jantje zag die applebottom
Van die spange spandexho
En hij wou die tanga ballen
Ook al was ze van zijn bro
Fokkit, zei hij, want mi brada
Zit toch in de jilla, aight
Hij kan mij nu toch niet met zijn
Pipa poppen, fok die shait
Maar ik ben geen backstaptype
Hij dronk aan z’n ginger beer
Effe tjappe, jonko smoken
Dan ik klop me eige spier
Weg ging Jantje, naar die shoppa
Maar die smatje was niet doof
Die zei, fokkit, ik wil bana
Klaasje zit voor tasjesroof
Hij heeft mij gezegd dat ik
Kon doen en laten wat ik wou
En nu wil ik kokkie geven
Boi, ik zuig je ballen blauw
Daarop ging ze aan het schudden
Hoofd naar onder, bil omhoog
Later batsen, badaptaki
Jantje hield het niet lang droog
Quirien van Haelen