= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
* wikipedia
* nederlandse poëzie encyclopedie
* wat gedichten
Humorloos gedicht
Waar winter schaduw aanblaast op het lijf
verstijft de ademtocht tot kleine rook,
van wellust geel, de appels van het oog,
na-oogst van brakke hoop, beslaan met rijp.
O minnaars, door dit najaar ondermijnd
zijn wel geschraagd door zwart, waarachtig hout
maar staan als stammen, van hun kroon ontzet
met smalle handjes, spin- en bladernaakt
en loven, liefkozen en spelen wel en
wentelen en strelen, eindeloos verstekt
het tedere instinct, dat, winters al verpopt
verstopt, hergeven paradijs verbeidt:
maar ai, dat appeltje, getroond maar ongeplukt,
geluk? behouden aan de hoogste twijg, ge-
neigd tot eerste windvlaag het verrukt,
naar willekeur der zinnen, tot vergetelheid?
Fritzi Harmsen van Beek (1927-2009)
uit: In goed en kwaad (2012)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l
Geen opmerkingen:
Een reactie posten