= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* 1000 woorden
* De bloedplek
Doka
Het zand in haar navel, een ijsje in haar hand.
Smelt het, dan zand erover. Strand vlakt uit.
Ze noemt de wind een val, blaast hem aan
bovenhuids. Uit de zee doemt mist die haar
inkuilt in een glazen kist. IJsbloem in de zomer.
Loodzwaar achter een raam met leeftocht staan.
Het licht doorwaden in een lens. Tintelingen
in een glasfiguur. Slaapt zij zich uit, schrikt
in water, verzonken in een opgelicht donker.
Zo komt zij in beeld. Daarbuiten ga ik in haar
zwijgen op. Ze ligt glanshard in haar huid.
Wat nu aan het zicht benomen is, ruist
achter een gordijn. Is een hand die zich opent,
sluit in die van mij. Een hand die afdrukt.
Dat het uitlekt geen hand te zijn.
Paul Demets (1966)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l
Geen opmerkingen:
Een reactie posten