zondag 3 februari 2013

Menno Wigman -- Nachtrit

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

foto's: keke keukelaar | radio pingpong

* wikipedia
* kb
* npe
* wat gedichten






Tijdens de Poëzieweek is taalkundige en Coster-oprichter Marc van Oostendorp gastredacteur. De vijf gedichten die hij gekozen heeft, zullen vergezeld gaan van vijf columns waarin hij de veranderingen determineert die de ‘taal van de poëzie’ het afgelopen jaar ondergaan heeft. De derde column gaat over het gedicht ‘Nachtrit’ van Menno Wigman.


Nachtrit

Man, eenentwintigste eeuw, kaal, gezet
en met een onvervreemdbaar recht op seks
(‘Mijn naam is Legioen, wij zijn met velen’),
jaagt door de late nacht over de weg
en wil zijn lichaam met gevrouwte delen.

De pompen van de Shell. Het pooierslicht.
Vol moed een meisje achter glas betalen.
Vol moed aan nieuwe vrouwen denken, echt,
elektrisch, kil, verhit, maar denken, denken –
een hersenhond, onthand en underfucked,

al jaren in zichzelf verongelukt,
maar met drie namen in zijn telefoon,
drie namen vol belofte van geluk.
Hij belt. Zijn recht op seks. Op scherpe meiden.
Waarom heb ik toch medelijden?


Menno Wigman (1966)
uit: Mijn naam is legioen (2012)





= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Geen opmerkingen:

Een reactie posten