dinsdag 23 augustus 2011

G.A. Bredero -- Het tiende sonnet van de schoonheyt

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =



* wikipedia
* dbnl
* kb






Sonnet
Het tiende van de Schoonheyt

Van schoonder voetkens oyt, was ’t aarderijc betreden,
Als dees die properlijck twee toffelkens aandoen,
Van purper fijn fluweel, daar onder kleyne schoen,
Met gout-draat geborduyrt, de schoenkens fraey doorsneden.

Het gras is amoureus op dees twee snelle leden:
Ick heb het wel ghesien, met ander kruyden groen,
Staan drillen vol van vreucht voor hare stapkens koen,
Dan buyghdent met ootmoet voor hare soete schreden.

Sij zijn vol heylicheyt, als sy gaan na ’t aflaat;
Sij zijn vol majesteyt, als sy gaen over straet,
Sij zijn soo lieffelijck, als sy gaan om verblijen;
Sij zijn vol eerbaarheyt, als sy gaan na ’t bancket;
Sij zijn vol eenicheyt, als sy gaan na het bedt;
Wat ist! sy zijn te snel, voor diese wil gaan vrijen.


G.A. Bredero (1585-1618)





= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l

Geen opmerkingen:

Een reactie posten