* dbnl
* gedichten
Het regent, het regent
Regen spet, regen spat
't zijn geen tranen, 't is geen weenen,
water, water dat vloeit henen
- opgepast of je wordt nat -
regen sputtert, spettert, spat;
‘ik heb nimmer lief gehad.’
Veege zwermen, regenschermen
spreiden doods hun zwarte vlerken
over vreemde vormen uit,
niet van menschen, maar van zerken;
alle zerken togen uit,
zerken zonder kruis of bede
rust in vrede, rust besluit.
Zerken schuiven door de steden
zonder rede of geluid,
zerken die geen ziel beschermen,
zonder termen, zonder buit,
zoekend, zoekend slechts een doode
want een doode is van noode,
slechts een doode, niets dan dat!
regen, regen, regen spat....
‘nimmer heb ik lief gehad.’
Feller stralen, sneller dalen:
‘hoor nu, hoor: een jonge vrouwe
ging hier ongeweten dood!
zij beminde, dorst vertrouwen
- minnen is de droefste nood. -
Maar haar dood zal hem niet baten
die verwaten, eerst vergoodt,
om dan dieper nog te haten,
zonder mate, al te snood!
doch wij zullen nu niet falen
en hem halen of zijn dood!’
- Regen is een veile bode
ik beminde nooit die doode;
booze tongen zeggen dat,
't is de regen, die het spat:
nimmer heb ik liefgehad!
Regen spet, regen spat
het zijn tranen, het is weenen,
om een vrouwe die ging henen
om een vrouwe die aanbad
om een vrouw, die dorst vergoden
en haar stervend hart moest dooden.
O, de regen roept haar schrei:
‘Nimmer leeft gij los van mij!’
Regen, hoor, de regen spat:
waarom, waarom lief gehad!
Dop Bles (1883-1940)
uit: Parijsche verzen (1923)
• Speel het gedichtenspel
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten