• dbnl
• oudheidkamer nunspeet
Een tekening
Tevergeefs heb ik alles doorzocht
naar een teekening die mij zeer lief was:
waar kan in godsnaam zij zijn?
en waarom lijkt alles zoo schoon
wat verloren gegaan is voor immer?
't Was Harmpje uit Huizen, gedoken
in 't zwart van haar vlinderige rokken,
gezegen plat op den grond, als verslagen door een groot leed.
En ze steunde het hoofd met de vleug'lige muts,
waaruit strengen goud haar nederhingen,
op één hand. In de andere hield ze als in kramp
een zilveren lodderijndoosje.
O, ze leek wel een vreemde prinses,
die het leed wild en stom had geslagen.
Waar is ze gebleven? Nooit meer kan ik iemand haar toonen
de wondere, uitdagende Harmpje,
die schoon als een stormvogel was!
Marie Cremers (1874-1960)
uit: Weerlichten (1925)
• herfstigste stripblad: Zone 5300
• Speel het gedichtenspel
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten