woensdag 6 december 2017

Jaap Harten -- Geen leuzen, geen gespijker & Mijn geboortedatum

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

dbnl
wikipedia
voorgelezen
overleden
nog een gedicht









Geen leuzen, geen gespijker

Ik spijker geen partijleuzen
aan mijn hinkende schrijfmachine
en ik distilleer in mijn hoofd
(of lever of hart, waar dan ook)
alleen de gretige waarheid
voor eigen gebruik.

De huid van de woorden is anders
dan hun kern, de tijd tikt niet
meer met een koperen pendel
en bloedarmoede is allang niet meer
romantisch; wij zijn
voorbij 1830, Heine, en alle Wilhelms
geland op grond waar het gras
niet meer zo groen is als goed is

wij zijn neergekomen bij het hese
metaal waar de kleine aëroplanen
uit Olieslagers' tijd als vlinders aan
de muur geprikt zijn

waar de snorren en sabels onschuldig
worden als brandgaatjes, waar
huzaren niet langer goedmoedig
op menukaarten staan.

Op de startbaan ligt nu de chemische
waarheid klaar om op te vliegen:
het ei van Einstein.


*


Mijn geboortedatum

Mijn geboortedatum werd
geschreven in een dorp
dat rook naar hooi
en paardehaar: het was
acht uur in de morgen
en de zon, als een
complimenteuze fotograaf,
stond het landschap
te bekijken van
ademloze september.

In mijn spaarpot viel
de eerste zilveren gulden,
in mijn ogen was nog geen
licht, maar wel een
begin zichtbaar van
glimmende stuiter
en mijn stem hinkte
ook nog maar op
éen gedachte: lucht.
Adem van september.

Mijn wieg knikkebolde
bij het slaan van de klok
- paukenslag in de diepte -
en de tijd bouwde mij
langzaam op, trok aan mijn
haar, gaf mij een schooltas
en begon een heel dorp
met zoemende boomgaarden
en kleurige of vinnige
mensen rond mij op te zetten.

Toen ik negen jaar was
sloop er een fout in de
geschiedenis, die niemand
meer uit zou kunnen gummen.
Met hartstocht ging een geweer
af en nog éen, en toen vlogen
honderd zware roofvogels
opeens laag over de grond
en zaaiden pitten van dood
in mensen en dieren die ik kende.

Ik was plotseling uit mijn kracht
gegroeid en stond te trillen
op mijn benen, te jong om te vechten,
te goud van hollands zonlicht
om mijn vleugels te sluiten.
Met tussen mijn ribben
een tandrad van angst
leefde ik verder met
ondergedoken ouders,
verborgen als een
speld in een hooiberg.


Jaap Harten (1930-2017)




• Het snorren-en-sabels-stripblad van Nederland: Zone 5300

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

1 opmerking: