= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* schrijversgewijs
* dbnl
* Azuren holte
La noue (I)
Nabij kuitetende neusvis en barbeel
ligt zij op slib van de rivier,
de handen in water en bloeiend wier.
Zijzelf iets tussen slijmvis en plateel,
een dun en ademend ovaal
van verend vlees in een verlicht foedraal.
De losgeraakte geur van geiteblad
opent haar dieper dan mijn woord vermag
terwijl ik haar van bloem en twijg gerief.
Ik zeg haar wel hoe op een ochtend ik hier zat
en voor mijn neus een rosse muishond zag,
maar niet dat op zo'n uur mijn moeder stierf.
Jos de Haes (1920-1974)
uit: Azuren holte (1964)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten