* website
* wikipedia
* weblog
* schrijversinfo
* dbnl
* fotoblog
De tuinen van Stultiens (iii)
De rijpe lichtval van een zomer, terloops een rimpeling
in het water, streling, huid tegen huid. Over de buik van de dag,
de oksel van de nacht, argeloos trekt het licht ons een lichaam aan.
Jouw ogen zoekend schrijf ik je naam, wijs ik aan, op land,
in water, zoveel liefgehad. In het binnenste van de ochtenddauw
twinkelt het in gras. En niets wat tegenhoudt het draaien van de zon,
water van toen dat over de tegels spoelt, het ogenblik dat in een schemer
wij voortstappen, verrukking als we omkijken, luisteren naar alles
wat zweeft, eindeloos weg als er een trein reist door het bos,
de bomen met hun bladeren naar ons gekeerd - en niemand weet.
Frans Budé (1945)
uit: Achter het verdwijnpunt (2015)
• Speel het gedichtenspel
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten