= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
* bloemlezinkje
* wikipedia
Blij, blijde? Ja blij. Want geen echo riep
Mij mijn stem weer terug, toen ik riep, toen ik liep
Door doodschheid van eenzame dalen, en kant
Van rotsen, en ledige zalen en wand,
Toen – gruwbaarder nog – door wouden zoo teer,
Door verblijven zoo schoon, zoo lokkend van veer,
Toen ik riep, toen ik riep, door den ruischenden nacht,
Toen ik sliep, toen ik sliep met mijn ziel op de wacht,
Toen het riep, toen het riep, o, zóó ver uit het diep,
Uit het diep van het woud en ’t al duidlijker riep,
O geen echo, geen echo, maar menschlijke stem,
Toen het riep en het riep met al lieflijker klem
Van woorden, van snikken, van preveling zacht,
Van juubling heel even, van menschlijke klacht,
Van tonen, zoo innig, – een menschelijk lied,
Geen echo, geen echo – een zelfwellend lied!
Hein Boeken (1861-1933)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l
Geen opmerkingen:
Een reactie posten