woensdag 31 juli 2013

Delphine Lecompte -- De pistoolschilder draagt een jakhalsmasker

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* interview
* npe
* enkele gedichten
* youtube







Afgelopen weekend verscheen het 450ste nummer van Meander, het eerste en oudste digitale poëzietijdschrift (sinds 1995!) van Nederland en Vlaanderen. Ter gelegenheid daarvan is de Meander-redactie deze week gastredacteur van Coster. Ze kozen vijf bekende dichters die in Meander een eerste stap naar een groter publiek gezet hebben. Vandaag als vierde een nog ongepubliceerd gedicht van Delphine Lecompte (die in Meander 329 voor het eerst haar opwachting maakte).





De pistoolschilder draagt een jakhalsmasker

Er is een bal
Bieten worden uitgehold
Maskers worden afgestoft
Twee maanden heeft de pistoolschilder er naar uitgekeken
Hij is van plan minstens drie vrouwen te verschalken.

Ook ik ga naar het bal
De vrouw van de suïcidale horlogemaker vraagt: ‘Herken je mij?’
Ze is verkleed als een gokverslaafde houthakker
Ik haal mijn schouders op
Ze zegt: ‘Ik ben verkleed als een ascetische timmerman.’

De kaars in mijn biet dooft uit
Maar ik negeer de waarschuwing
Ik dans met twee piraten, drie farao’s, en vier nijlpaardgodinnen
Wanneer ik de schuur verlaat om mijn verband te verversen
Word ik overmeesterd door een weerwolf.

Ik verweer mij met de kruisboog
Die niet bij mijn folkloristische vermomming hoort
Met de kolf klop ik op de kop van de wolf
‘Stop! Genade, ik ben het, je kent mij, je hebt vorige week nog
Twee bussen slagroom van mij gestolen!’ kermt de pistoolschilder.

In de uitgeholde biet van de weerwolf brandt nog steeds een kaars
Ik breng de biet naar zijn beestachtige tronie
Zijn tronie is een jakhalsmasker
En onder het masker schuilt inderdaad de weduwnaar
Die vanavond nog geen enkele vrouw heeft verschalkt.

We vergeven elkaar
Dat moeten we bijna dagelijks doen
‘Als wie ben je verkleed?’ wil de pistoolschilder weten
‘Ik ben een Mongoolse kameeldrijver zoals je vrouw drie jaar geleden.’
De pistoolschilder ververst fluks mijn doorweekte verband.


Delphine Lecompte (1978)





= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

dinsdag 30 juli 2013

Menno van der Beek -- Veerman

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* npe







Afgelopen weekend verscheen het 450ste nummer van Meander, het eerste en oudste digitale poëzietijdschrift (sinds 1995!) van Nederland en Vlaanderen. Ter gelegenheid daarvan is de Meander-redactie deze week gastredacteur van Coster. Ze kozen vijf bekende dichters die in Meander een eerste stap naar een groter publiek gezet hebben. Vandaag als derde een recent gedicht van Menno van der Beek (uit Meander 199).





Veerman

Aan de rivier, staan wachten tot de pont komt,
niemand heeft haast, rustig de boot op wandelen,
en halverwege komt een man om geld;

een klein bedragje. En je krijgt een bonnetje
maar dan pakt hij je beet. En loopt het uit de hand
want je begint te worstelen. En hij gebruikt geweld.

En het gevecht duurt lang, maar niemand lijkt te winnen.
Wie ben jij? hijg je, maar hij heeft geen zin

in praten. Als je eventjes niet oplet
slaat hij je mank. Je laat niet los. Hij zegt:

Oké, je hebt gewonnen. En je hinkt aan land
en je begint een heel nieuw leven aan de overkant.


Menno van der Beek (1967)





= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Dennis Gaens -- De eilanders

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* website
* npe
* tzum





Afgelopen weekend verscheen het 450ste nummer van Meander, het eerste en oudste digitale poëzietijdschrift (sinds 1995!) van Nederland en Vlaanderen. Ter gelegenheid daarvan is de Meander-redactie deze week gastredacteur van Coster. Ze kozen vijf bekende dichters die in Meander een eerste stap naar een groter publiek gezet hebben. Vandaag als eerste een nog niet eerder gepubliceerd gedicht van Dennis Gaens (uit Meander 326).





De eilanders

Het lag aan de paarden die zij wilde aanraken terwijl ze net te ver weg waren. Het lag aan de tegenwind die in ons hoofd was gaan zitten. Het waren de schapen en de juttersbitter.

Misschien was het dat we erachter kwamen dat we allebei beloftes sparen of hoe hard alles gaat als we elkaar loslaten, misschien dat we langzaam aan de weg naar huis vergaten.

Maar zij ziet die dingen graag los van elkaar, waar ik altijd in alles de samenhang zoek.

Ik was de laatste die van het water wegliep die avond, halverwege stond de paal waar we op de heenweg langs waren gekomen. Heel even dacht ik dat het Lotte was. Ik had daar graag met haar gestaan, door haar haren gestreken, naar het water gekeken en haar beloofd:

“Dit is niet het einde van de wereld.
Dit is het strand.”


Dennis Gaens (1982)





= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zondag 28 juli 2013

Alfred Schaffer -- Nieuwjaar

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* dbnl
* kb
* bb
* wat gedichten




Afgelopen weekend verscheen het 450ste nummer van Meander, het eerste en oudste digitale poëzietijdschrift (sinds 1995!) van Nederland en Vlaanderen. Ter gelegenheid daarvan is de Meander-redactie deze week gastredacteur van Coster. Ze kozen vijf bekende dichters die in Meander een eerste stap naar een groter publiek gezet hebben. Vandaag als eerste een nog niet eerder gepubliceerd gedicht van Alfred Schaffer (uit Meander 1).



 Nieuwjaar

De lucht was afgekoeld.
Vanaf mijn piepkleine balkon
had ik geen schijn van kans tegen het stadsgewoel
dus wierp ik voor het slapengaan vanaf vier hoog
het anker uit dat met een zware ketting
aan de buitenmuur bevestigd zat.
Met een gesmoorde plons verdween het in de grond.
Een groepje ganzen dobberde als in een dronkenmansgebed
beneden in het gras rondom de flat
ik durf te wedden dat het ganzen waren – gakkende
witgrijze vlekjes.
Niet lang na middernacht werd ik half wakker
en door blindheid overvallen
naar het raam gezogen dat nu openstond, nog net
zag ik het schijnsel van de stad achter de horizon verdwijnen.
De ketting waar het anker aan had vastgezeten
zwaaide driftig heen en weer.
Ik sloot het raam, zo zacht ik kon
om geen lawaai te maken, ging toen
opnieuw naar bed.


Alfred Schaffer (1973)






= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

donderdag 25 juli 2013

Jac. van Looy -- Café

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* dbnl
* ing
* website






Café

Waar, vlam-rood, rozen in de rooie zalen
Bloeien in kronen en 't goud rommedomt,
In spiegel-wanden duizendvoud weêrómt,
Komen we, nachtvolk, op het licht aandwalen.
Dan in geroes van vele vale talen,
In spraak-gewar dat Babylonisch gromt,
We hurken om tafels, naar elkaâr gekromd,
Als om een vuur, doende ónze buit-verhalen.
Daar zitten we onder zuilen als in dag,
Stoer lijf bij lijf, elkaâr, wijl de uren vliegen,
Vertrouwelijk van 't leven te beliegen.
De vrouw-gerokte kellners brengen ons drinken.
Hóór, door de rooie rook joelt onze lach...
De zaal 'n burcht is... de klare glazen klinken.


Jac. van Looy (1855-1930)
uit: Gedichten (1932)




Ik ben zoo stil, ik word zoo stil, en mijn begeerte word stiller, en heviger, maar moeielijker. 
Ik kan de menschen beklagen, die hun ziel en hun begeeren moeten zeggen met een luide stem.
- Jac. van Looy (in een brief aan Willem Witsen)

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Hein Boeken -- Nu ben ’k zo verliefd op uw twee zwarte oogjes

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wat gedichten
* dbnl
* wikipedia
* historici.nl






Nu ben ’k zo verliefd op uw twee zwarte oogjes,
Zwart danseresje van ’t circus Carré.
Kijkend zo aardig van onder twee boogjes,
Zwart Japanse streepjes bove’ alle twee.

Wat zou je doen wel als ik met je vreê?
En wat zoude ik doen, meisjen? o, al loog je ’s
’k Zou je geloven, als ik bij je lee,
Drinkend uwe min in zó zoeten toogjes.

Maar ik zou niet zoet zijn, ik zou je ranselen,
Ik zou je slaan op je schoudertjes wit
Ik zou je pakken in je witte lenden.

Maar toch al wist ’k, je wou je min verkwanselen,
Ik zou je toch niet weg van mij zenden,
Zwart danseresje, dat niet bij mij zit.


Hein Boeken (1861-1933)




Hein Boeken was erg typisch die ging een toast houden en zei 2 woorden en bleef toen 5 minuten recht overeind staan zwijgen hij was te verlegen en te veel in de war om iets te zeggen, iedereen schudde van 't lachen maar dat kon hem niet schelen.
- Jaap Koenen

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

dinsdag 23 juli 2013

Guido Gezelle -- Hoe stille is 't als de donder dreegt

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* dbnl
* Guido Gezelle-archief
* gedichten








Hoe stille is ’t als de donder dreegt,
en, al met eens, ontschakeld,
gelijk Gods hofhond, belt en bast
en door de wolken rakelt!
Het water speit en ’t vier dooreen,
geruchte is ’t en gerommel,
dat bomt en bamt en wederbelt,
gelijk nen wolkentrommel.
Het hagelt en de wind ontbindt
zijne alderfelste vlagen,
en 't is alsof hij kegelspeelde,
met tien duist donderslagen!


Guido Gezelle (1830-1899)
uit: Driemaal XXXIII Kleengedichtjes (1905)




dreegt = dreigt; ontschakeld = los gekomen; hofhond = waakhond; belt = blaft; rakelt = ratelt; speit = breekt los; 
vier = vuur; wederbelt = weergalmt; duist = duizend


Zooals een koning zijt gij langs het land gegaan, gekroond met 't blauw der lucht, gemanteld met het groen der boomen en beladen met het lied der vooglen 
- Felix Timmermans (in een gedicht voor/over Gezelle)


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Michel van der Plas -- Heilsoldaat

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* in memoriam
* dbnl







Heilsoldaat

Er liep een hondje tussen de soldaten,
meisjes giechelden op de laatste rij,
toen zij een lange juichende cantate
over de hemel zongen: Maakt u vrij!
Het was een straat als alle andere straten
Ik zag een heilsoldaat, hoe hij
Haast jubelend zong, of hij 't nooit meer zou laten,
hij keek omhoog en leek onzegbaar blij.

Ik hoorde de trompet niet noch de hoorn,
ik zag alleen de wonderlijke lach
van een, die in verlangen stond verloren
en zong of hij de hemel open zag
en of hij stond tussen de engelenkoren
en of hij God zag op de jongste dag.

Ik die de moed nooit had om op een kist
van God te spreken met geheven handen
niet om in hete zon, regen en mist
met heul en troost bij pooiers te belanden--
maar ik heb nooit geweten, wat ik wist
en ik dacht koud te zijn, maar ik verbrandde,
ik ging een weg, maar ik heb slechts gegist
want ik kwam uit tegen mijn kamerwanden.

En als de dag komt, waar de heilsoldaat
haast jubelend van zong, zal ik als hij,
zo wonderlijk bereid, zo stil en vrij,
uitzien naar waar de Heer op wolken staat?
Als ik nu zing, zing ik dan niet te laat?
en waarom sta ik altijd nog terzij?


Michel van der Plas (1927-2013)







= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zondag 21 juli 2013

Remco Campert -- Tegen de zomer

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* vpro
* youtube
* citaten
* leestafel







Tegen de zomer

Niets is vernielender dan de warmte
De kou houdt in stand, is statisch;
de warmte beweegt met de vernieling mee
en wekt een valse schijn
van zon, gezondheid, zinvolle zonde
De warmte vleit, paait, belooft,
maakt stofgoud van stof
liefde van begeerte,
poëzie van leugens
Ik hou niet van warmte,
broedplaats van muggen en maden
poel van limonade en andere slopende dranken
Schenk mij liever klare
kou en koffie,
destructie bevroren, duidelijk zichtbaar
en aanvaardbaar
Wie in de kou zit schept geen illusies,
Maar schept sneeuw, vrij ongenaakbaar,
in de menselijke
soms bovenmenselijke winter


Remco Campert (1929)
uit: Dichter (1995)







Vroeger schreef ik met een potlood (ik had geen geld voor een schrijfmachine), tegenwoordig schrijf ik mijn gedichten met de pen, en mijn verhalen en romans op de machine, behoudens de eerste vijf regels, die ik met de pen schrijf. 
- Remco Campert (in 1980)


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

vrijdag 19 juli 2013

Jan Hanlo -- Aan... onbekend

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* dbnl
* wat gedichten
* wikipedia
* graf
* in carré






Aan... onbekend

Je hief een krijsend gekir aan
alsof het grote feest ging beginnen
Zoals een haan – meisje – een verrukte gier
een gnoe heel in verwarring
in ieder geval iets wilds
Toen danste je ook weer als iets wilds
een opgewonden maraboe of hoe er dieren heten
Je stak je achterste naar alle kanten
maar vooral naar mij
Rukkend en scherp
En in je ogen zat al het niet meer kunnen vergeten
Toch vloog je mij niet aan met een bots
In mijn armen

Want ik zei niet: Kom dan, mijn liefde


Jan Hanlo (1912-1969)
uit: Atonaal (1951)








Bandrecorder als (ver)taalmachine 
 Remco Campert noemde indertijd de Kneu-eur partij in mijn ged. Oote op het eerste gehoor een soort imitatie-Deens. Nu draaide ik toevallig een stukje van een geluidsbandje van zijn vraaggesprek voor de radio onlangs, van achteren naar voren af. Het leek net Deens. (Of eigenlijk tussen Deens en Zweeds in.) Zou nu achterstevoren afgedraaid Deens misschien verstaanbaar Nederlands opleveren? Of moet men hier een Deens-Zweeds dialect voor kiezen, misschien. Gemakkelijk te proberen, zal men zeggen. Ja als men goed Deens, of slecht, dan - spreekt en een bandrecorder heeft. 
- Jan Hanlo (in Barbarber)


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

woensdag 17 juli 2013

Simon Vinkenoog -- Thelonious Monk

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* dbnl
* website
* wikipedia
* FB-herdenkingspagina
* youtube






Thelonious Monk

dit is een straat van parijs
met een arabier in de zon
die langzaam slenterend werkloos
loopt te zijn een 1951-noordafrikaan
ting ting ting in de bleke zon
zonder geluid

dit onder water uitgesproken
vonnis ting ting ting
ternauwernood de oppervlakte rakend
en met een strofe in de franse taal:
je donnerais ma vie
toute entière
pour un petit rire confus et obscène
herinnert aan de dierentuinapen
met mondbekken harige benen
en ronde gladde achterhanden
die gretig alle kleuren willen grijpen wit en zwart
ting ting ting


Simon Vinkenoog (1928-2009)
uit: Atonaal (1951)







Simon Vinkenoog vraagt over mensen en dingen in Holland, vertelt over Parijs, en Unesco, waar hij werkzaam is, in een funktie die hem tijd laat om zich aan het schrijven te wijden. Praat op wat gejaagde toon, terwijl hij rusteloos heen en weer loopt en van overal knipsel- en fotoboeken aansleept, zodat ik niet weet, waarmee het eerst te beginnen. Het is interessant, de resultaten van zijn enorme verzamelwoede te bekijken, alles keurig geordend in mappen en boeken.
Talloze, prachtige fotoos van Ed van der Elsken, knipsels over Jazz en Vice, dope and Crime, postzegelverzameling schrijverskoppen, toilet, waarvan de muren bedekt zijn met honderden en nog eens honderden lucifersdoosjes.
- C.B. Vaandrager


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

dinsdag 16 juli 2013

Hedwig Speliers -- Bosgedicht

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* cobra
* dbnl
* stadsdichter brugge







Bosgedicht

Bossen hebben een bovenkant, boven bossen
kun je in bovenaardse steden wonen zonder
dat de stad je pijn doet, zonder de wonden
van de wereld. In de glimlach van plantengroen
en aan de schaduw zonder weerga is elk weerwerk
een akte van geloof, nagenoeg genade.

Maar net onder die bovenkant, binnen bossen
is het bladerdak de adem waarop de afstand
van kabouterstappen traag wordt afgelegd,
de voeten meten in het mos de maat van reuk
en aarde, de stappen zijn hun stap in goud waard.
Laarzen zijn er te veel aan, leegte en laagte
zijn leerzaam voor wie hongert naar hoogte.

Ook bossen hebben een onderkant, varens
slorpen alle gevaren op, laten hinden en hazen
uit hun greppels en hun legers komen,
hun springen is een bidden in het wild, het schot
dat ze velt is het zoveelste teken van begrip
aan onbegrip. Dat hun begrip onbegrepen is.


Hedwig Speliers (1935)
uit: De stem van de stad (2013)





Van 2001 tot 2008 zette een groep Bruggenaren, waaronder Hedwig Speliers, zich met succes in voor het voor de kap behoeden van het Lappersfortbos. Uit de beweging kwam het Poëziebosnetwerk voort, dat in het bos poëzie-activiteiten organiseert, en dat in 2012 de stad Brugge haar eerste stadsdichter cadeau deed: Hedwig Speliers - die vervolgens in plaats van de vier gevraagde gedichten er meteen veertig schreef. Die allemaal in De stem van de stad staan.



= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Jan Engelman -- Avondlijk zwijgen

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* bwn
* dbnl
* wat gedichten






Avondlijk zwijgen

Hij dreef dien avond als een waterbloem
zoo koel en vredig in den grooten brand:
de lucht vol vlammen en een late doem
van doode droomen op het najaarsland.

De eenling zwemmend tot zich zelven sprak,
besteeg den oever, wreef zich met geril.
Een steen die viel kon nauw het spiegelvlak
met flauwe kringen breken en 't werd stil.

Hij wist: wanneer zijn mond de woorden zweeg
ging alles dieper, want de weg is ver
tot and're harten en de wereld leeg.
Zie, in die stilte rees de avondster.


Jan Engelman (1900-1972)
uit: Tuin van Eros (1932)





(…) er is meesterschap voor nodig om in de taal zo voortreffelijk het midden te kunnen houden tussen ‘denken’ en ‘voelen’, tussen intelligentie en domheid, tussen het schilderen en het musiceren met woorden, en tussen nog veel andere dingen meer (…) 
- Menno ter Braak



= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zondag 14 juli 2013

P.A. de Génestet -- Als ik des zomers

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* kb
* dbnl
* gedichten
* gesproken portret






Als ik des zomers

Als ik des zomers, duffe stadswal, u ontweken,
Mijn jonge jeugd geniet in zachte hemelstreken,
En baad in morgenkoelte en dweep in maneschijn
Aan ’t blauwe Sparen of den dichterlijken Rijn,
Waar lieve menschen langs de groene heuvlen wonen,
Waar ’t hooge woud weerklinkt van blijde hemeltonen,
Waar ik de bloempjes ken! waar ik den tijd vergeet,
En van geen zorg – ei neen! van dag noch datum weet;
Waar ik geen last heb van mij–zelf noch van mijn vrinden,
En mij in ’t dichte bosch geen taaie brief kan vinden,
Daar ’k ook geen nieuws verneem, dan ’t eeuwig jonge lied,
Dat uit den hemel klinkt en in mijn ziele vliet:
Dan is ’t mij soms als liep ik pas in ’t lieve leven,
Als hadde ik niets gesmaakt dan deze zuivre lucht,
Als hadde ik niets gehoord dan ’t fluistrend windgezucht,
Als hadde ik niets beschreid, gevoeld, gedacht, geleden –
Anch’io de eerste mensch in ’t nieuwgeschapen Eden!


P.A. de Génestet (1829–1861)
uit: Eerste gedichten (1852)


Anch’io = ook ik






De Génestet was een aardig, jong proponentje; zijn figuur, zijn gelaat, alles was even fijn en tenger, schier kinderlijk; de krullende haren omwuifden zijn flink, schoon gewelfd voorhoofd; zijn welgevormde mond was steeds tot een halven glimlach ontplooid; zijne goede, eerlijke oogen, soms droomende, soms tintelende van vuur, kwamen zoo schalk onder de wenkbraauwen te voorschijn; de witte das was los gestrikt en hing met breede, lange punten af; zijne kleeding was eenvoudig maar net en zorgvuldig, en zijn geheele voorkomen was even behagelijk en innemend als zijn jeugdig gelaat.
- Joh. C. Zimmerman


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zaterdag 13 juli 2013

W.F. Hermans -- Bewaakte overweg

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* Hermans instituut
* wfhermans.net
* Volledige werken
* dbnl







Bewaakte overweg

De wit en rode zuurstangen van het verbodene
Kantelen, terwijl ze breder worden.
- Aldoor bellen die waanzinnig worden
Aangehitst door omgekochte seinen
Tot eerbetoon aan dolgeworden treinen.

Als ik op 't hek leun: plotseling bedaren.
Een overrompeld, in ontzetting, staren.
Palen houden eindeloze snaren
Omhoog in bundels die ertussen dalen.

Hun kandelabers kammen het geruis
Van hese en veeltonige elektronen.
Nergens een huis. Alleen de weg. Geen bomen.

Ik haat de snelheid die de mijne kruist
Tomeloos, als slaap de vaart der dromen.

De trein ijlt in een mantel van gefluit.
Zijn haar een witte, overzware stroom.
Zijn hart tikt haperend op de stalen sporen.
- Moeder! - Mijn woorden smoren in geluid.
Haar wuiven gaat verloren onder stoom.


W.F. Hermans (1921-1995)
Uit: Overgebleven gedichten (1982)







= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

vrijdag 12 juli 2013

Jac. van Hattum -- Geen dag kan zo beginnen

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* dbnl









Geen dag kan zo beginnen

Geen dag kan zo beginnen,
als deze dag begon;
ik kwam mijn kamer binnen
en daar was enkel zon.

De klok was staan gebleven,
maar ik vroeg naar geen uur;
de tijd was opgeheven,
daar was slechts licht en duur.

En duur en licht en luister;
de winter was voorbij;
in rouwfloers sloop het duister
en vluchtte weg van mij.

De zon op drup en perel,
viel over knop en tak;
en voor me zong de merel
op buurmans pannendak.

Geen dag kan zo beginnen,
als deze dag begon:
ik kwam mijn kamer binnen
en daar was enkel zon.


Jac. van Hattum (1900-1981)





Dat hij desondanks en ondanks vele werkelijk knappe gedichten in deze 
bundel, niet die ‘eigen toon’ heeft van b.v. Vasalis, verklaar ik voornamelijk 
uit twee factoren, die zijn werk bepalen: zijn zeldzame vlotheid, 
enerzijds, en de invloed van de dichter E. du Perron, anderzijds.
 - Menno ter Braak over Van Hattums debuut

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

donderdag 11 juli 2013

Rutger Kopland -- Onder het vee

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* biobiblio
* laatste interview
* leest voor
* dbnl






Onder het vee

En toen de zomer dan toch weer was teruggekeerd
en wij dus weer zaten te drinken bij de rivier.

Zijn oude armen bewogen nog, naar daar, die wereld
dat langzame, eeuwige leven van vee in de verte.

Ieder mens zou een dier moeten zijn, moeten sterven
in de herfst, en in de lente weer worden geboren.

Of, ieder mens zou een rivier moeten zijn, komen
zonder verlangen te blijven, gaan zonder heimwee.

Zo zaten we dus weer te drinken daar, tegen de tijd,
oude verhalen, oude jenever, maar de zon ging wel onder.

En hij sliep in. Omdat de wereld insliep. Zwart
zat hij bij de rivier, zwart gat in het uitzicht.


Rutger Kopland (1934-2012)
uit: Geduldig gereedschap (1993)



Jonge sla: salade met sinaasappeldressing
Vandaag een saladegerecht ter ere van dichter Rutger Kopland,
hij schreef een van de meest geciteerde gedichten over jonge sla.
- delicious

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

dinsdag 9 juli 2013

Han G. Hoekstra -- Voorschrift

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* dbnl
* muurgedicht








Voorschrift

Vrouwen die te veel spreken
zijn als murmelende beken,
die men vergeeft, maar vergeet.
Vrouwen die steeds bedenken
dat zij zich zelf wegschenken,
schenken hun kleed alleen.
Zoek naar de wijze, ware,
die nooit zich zelve verspilde
en nimmer toekwam aan sparen,
wier ogen het altijd beter
gezegd hebben dan haar stem:
hier ben ik, God vergeef me,
neem mij zoals ik ben.


Han G. Hoekstra (1906-1988)









Han Hoekstra kan dies niet zeggen waarom hij gedichten is gaan schrijven; niet over ‘diepere drijfveren of zo’. Hij constateert eenvoudig, dat hij ermee begonnen is en dat hij er mee is doorgegaan.
- Herman Hofhuizen


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

maandag 8 juli 2013

Hans Kloos -- Als ik wakker word

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* website
* wikipedia
* dbnl
* leest voor
* recensie De interviews









Als ik wakker word
is de wereld scheef

ik krabbel overeind
en elke slag vooruit is er een
die verder terug gaat

iemand zegt
dat ik wakker moet worden
maar de wereld is scheef
als mijn enkels, knieën,
polsen, schouders
als ik overeind krabbel

is de wereld wakker
en ik scheef

als ik eindelijk zit
begint het klotsen
in mijn hoofd
iemand zegt dat er een wereld wacht
maar mijn hersenen willen niet recht

als ik opsta
begint het glijden
zegt iemand
hier pak mijn hand
maar ik heb scheve vingers

en op de helling van de wereld
horen mijn scheve oren
de scheve golven klotsen
in het wak dat op mij wacht


Hans Kloos (1960)
uit: De interviews (2013)









In De interviews komen ongebruikelijke geïnterviewden langs, zoals borsten, een Japans dolfijntje en de natdrooggrens. Deze vertellen allemaal iets over zichzelf. Wie wil weten om wie of wat het gaat, kan voor het antwoord terecht in de inhoudsopgave. In het bovenstaande gedicht is een ‘chronisch vermoeide’ aan het woord.


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zondag 7 juli 2013

Anton van Duinkerken -- Onzalig bos

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia * dbnl * historici.nl
* cubra
* dodenakker










Onzalig bos

Waarom onzalig, waar wij samenzijn?
Mijn allerliefste, zie de zeven wegen.
Hun zand is rul, en ochtendlijke regen
Gaf al hun bomen geur van terpentijn.

Toch maakt u dit onzalig bos verlegen.
Een pad te kiezen uit zijn zevental.
Verdwalen wilt gij niet. – Wat is er tegen,
Wanneer gij weet, dat ik u volgen zal?


Anton van Duinkerken (1903-1968)
uit: Waaiend pluis (1944)









De Onzalige bossen is de naam van een bosgebied bij Rheden. De naam gaat waarschijnlijk 
terug op het Middelnederlandse woord on-saelig, wat ‘armzalig’ betekent. De grond was 
namelijk arm aan voedingstoffen en daarom niet erg geschikt voor landbouw. Een romantischer 
verklaring staat hier
Of Van Duinkerken dit bos voor ogen stond bij het schrijven van bovenstaand gedicht is onbekend.


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

vrijdag 5 juli 2013

Riekus Waskowsky -- Uitvaart

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* dbnl
* passionate










Uitvaart

De Here had deze keer weer eens genomen en
met grote droefenis hadden wij kennis gegeven
en vertrokken wij om 2 uur van het sterfhuis.

In de eerste volgauto's zwijgend de mannen:
iets van aartsvaders hadden ze - hoewel de meesten
toch maar gewoon kantoorbediende waren.

Daarna onder troosteloze hoeden de vrouwen,
in het volle ornaat van de trieste frigiditeit
die recht op een stoel in de hemel geeft.

Maar waarom reed daarachter nu dat rode autootje
met die luidzingende chinees?


Riekus Waskowsky (1932-1977)








Dichten is net als koken:
je pleurt maar wat in de pan
als je koken kan. 
- Riekus Waskowsky


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

woensdag 3 juli 2013

Mustafa Stitou -- Belijdenis

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* dbnl
* kb
* recensie








Belijdenis

Toen ik de kroeg verliet hoorde
ik een schilder zeggen astronauten
zijn vaak zonder vader opgegroeid.

Ik herhaal: toen ik de kroeg verliet
hoorde ik een schilder zeggen astronauten
zijn vaak zonder vader opgegroeid.

Geldt ook voor profeten, dacht ik,
Mohammed onder anderen is zonder
vader opgegroeid. Onderweg

naar huis, het was nacht, ik nam
de korte weg door het park, hoorde ik
een eekhoorn zeggen je dood is het

eerste werkelijke dat je zal overkomen.
Ik herhaal: je dood is het eerste werkelijke
dat je zal overkomen. Als dit waar is,

dacht ik, spreekt een eekhoorn soms
de waarheid. Ik herhaal: spreekt een
eekhoorn soms de waarheid.


Mustafa Stitou (1974)
uit: Tempel (2013)









Stitou's debuut werd gesierd met een buikbandje, met daarop een pracht van een kwalificatie 
voor een debutant: 'Eindelijk weer een dichter!'. En dat uit de mond van niemand minder dan 
Remco Campert, tot wiens werk Stitou zich om meer dan een reden voelt aangetrokken. 
- KB


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

dinsdag 2 juli 2013

Albert Verwey -- Titelgedicht

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


* wikipedia
* dbnl
* bloemlezinkje







Titelgedicht

Ik had de wereld van mijn tijd verlaten
En dwaalde in 't landschap tussen kloof en zon
Toen in me opnieuw het spel van klank en maten,
Het stromen van de inwendige taal begon.

Het lokken van een ziel in kinderogen,
Van een gestorven dromer 't zangrig lied,
En de avondrust, hebben mijn hart bewogen
Nog eens te zien wat wereld ik verliet.

Mijn vrijheid voegde zich naar haar beperking
En vond die schoon. Ik zag me als zulk een kracht
Die grensde en bond. Ik juichte om de versterking
Van 't schijnbaar kleine, tot triomf gebracht.

Heb ik dan 't wereldkluwen nu ontwonden?
O neen. Maar toonde als lachend raadsel aan:
Dat schoonst en vrijst zijn wie het vastst gebonden
De wereldwindingen ten einde gaan.


Albert Verwey (1865-1937)
uit: Het lachende raadsel (1935)








Titelgedicht [...] begint met te zinspelen op een blijkbaar sterk ingekeerde periode uit het 
landbewonerschap van de dichter [...] De tweede strofe vermeldt drie aanleidingen tot de 
nieuwe dichterlijke productie [...] De volgende strofe geeft in drie zinnen een karakteristiek 
van elk der drie genoemde reeksen [...] Tenslotte, met een zinspeling op het slotgedicht van 
de eerste reeks, dat nog ter sprake zal komen, een verklaring van de titel van de bundel.
- C.A.Zaalberg


= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Nanne Nauta -- Hyperhaiku 1-1.13

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

* weblog
* wikipedia
* paar gedichten
* youtube


Voor een toelichting zie onderaan





1
schrijf een gedichtje,
waarom niet, hier is er één
en dan nog eentje

1.1 schrijf
de planeet roteert,
het laatste briefje zegt het
schrijf terug, haast je

1.2 een
in wolkensluiers
waar het maanlicht doorheen schijnt,
een ring ziet een zon

1.3 gedichtje
zoals de handen
die klei op de muur leggen
als ruw gedichtje

1.4 waarom
geen haar op je hoofd,
laat het los om te weten,
breek met het waarom

1.5 niet
welke antwoorden
gaf ze me tot nu toe niet
op de vraag: wie, ik?

1.6 hier
hier vieren we feest
als je je lichaam verlaat
we zijn reizigers

1.7 is
God werkt hard, klaagt nooit
hij staat voor iedereen klaar,
is heel bescheiden

1.8 er
vermoedens van ijs
dit keer is dat niet anders
we gaan er op los

1.9 één
één leuke leugen
om de waarheid te delen
met vele vrouwen

1.10 en
terwijl de wereld
zich bezighield met het jaar
en jij, wat deed jij?

1.11 dan
ik wil weten wie
die vader ertoe drijft en
waarom dan een knal

1.12 nog
dat iets nog niet is,
wil niet zeggen dat het niet
al eerder bestaat

1.13 eentje
weinig verandert,
niet veel over verklappen,
eentje te ver weg


Nanne Nauta (1959)
uit: Hyperhaiku’s (2013)





De bundel Hyperhaiku’s vindt zijn oorsprong in de nieuwe HTML specificatie, HTML5. 
Bij het lezen van een deel van die specificatie ontstond bij mij enige weemoed over de 
teloorgang van de begintijd van HTML. HTML, voor wie zich dat afvraagt, is een afspraak 
over de opmaak van een tekst voor het gebruik op internet en dan met name het gebruik van 
hyperlinks daarin. Het is die weemoed die mij heeft doen besluiten dat de bundel een echt 
boek op papier moest worden en geen website, wat op zich een meer voor de hand liggende 
verschijningsvorm zou zijn geweest.
 […]
De titelloze haiku (nummer 1 c.q. de root-haiku) waar deze bundel mee opent is oorspronkelijk 
gepubliceerd in Voor wie men knielt en opstaat - haiku’s over beroemdheden, Demer Uitgeverij, 
België, 2011. Het is een haiku die i s geschreven als eerbetoon aan Raymond Queneau.
- Nanne Nauta

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster