• wikipedia
• dbnl
• boekenplank
Ik was toen dertien...
Ik was toen dertien, weinig nog was er kwaad
in het klokhuis van mijn stem,
wel joeg ik zonder veel woorden
des daags in het voetspoor der liefde.
maar de nachten
overwinterd aan de horizon van de slaap
bleven in het wisselvallig klimaat der kinderen,
spelen, bang zijn en een nieuw zakmes.
Te jong voor de grootspraak van het lichaam
leefde ik zeer eenvoudig, een helder ding
passend bij gras en bij dieren.
Ik liep maar het liefst
in de ondiepe ernst van het zand
achter de laatste huizen,
de wereld was maar een uur
en beter dan nu, veel beter.
*
Een spaarzaam woord uit vroeger
Wij waren toen nog jong
onze ouders zeiden wees voorzichtig
maar wij hadden roekeloze gebaren ontdekt
en wisten wel beter.
Denk maar goed na
het regende soms
in snelle neerwaartse geluiden,
haar ging plotseling naar augustus ruiken
en je kreeg een nieuw gezicht van water.
Moeder zei dat het niet goed was
maar naderhand scheen de zon weer
en droegen wij een hernieuwde schaduw,
een vogel die in de avond groeide.
Ik zei, houd van mij
en kijk
de maan paste precies aan je vinger.
*
Mijn vader nam mij mee
Mijn vader nam mij mee, hij zei
je zult het niet herkennen
er staan nu flats
en overal zijn kinderen.
Hij wees me met zijn hand
en ja
het was het weiland
waar ik vroeger speelde
dezelfde benige lucht met vogels
maar tussen het gras
waren nu huizen gegroeid
de bodem was onleesbaar.
Vader, zei ik, zou ik nog
vindbaar zijn onder deze huizen?
Maar hij antwoordde niet,
over zijn wijzende hand
moest ik terug naar vandaag.
Wim Gijsen (1933-1990)
• Het hendrixte stripblad van Nederland: Zone 5300
• Speel het gedichtenspel
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten