• wikipedia
• dbnl
• gedichten
• bwn
Nachtegaal
Weer in dat holletje der nacht dat tjuiken!
Hoe kon ik 't hooren en geen antwoord vond
Die lieve taal, geen antwoord van mijn mond?
Kwam het dan eindelijk in u opluiken?
Moest het zóó lang in duister zwijgen duiken?
Of was er niemand, die uw taal verstond?
Of moest het wachten tot gij weer dees grond
En weer den reuk van 't lieve nest mocht ruiken?
En droop nu al dat lang-gespaard gevoel
U uit de borst en 't strak-gespannen keeltjen,
En wekt een galm en antwoord in mijn hart?
O mocht het zijn dat in dees wereld koel,
Zooals gij in dees nacht, ik voor mijn deeltjen
Werd tot een troost en zangstem voor al smart.
*
31 mei '33
Weer is voorbij der nachtegalen maand,
Der meerelen, die van het leven zingen
Toch in hun tongval tot beseffen dwingen
Dat niets van al dit schoone is stille-staand,
Dat alles is in gauwen gang vergaand.
En bij het zien van al Mei's lieve dingen
Was het mij niet of heen mijn krachten gingen?
Heb 'k niet dees Mei mijn laatste maand gewaand?
Het is voorbij. Wij treên in 't Juni-woud,
Te donkrer om het hooge hemel-licht
En waarin al het lent-werk is verricht.
Wij zien niet meer het schrale winter-hout.
Nog eenmaal Levens volle weelde omvangen
Die onze borst ontpers' de zomer-zangen!
Hein Boeken (1861-1933)
uit: Drie mei-gedichten (1933)
• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten