donderdag 26 september 2013

Fritzi Harmsen van Beek -- Interpretatie van het uitzicht

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

* dbnl
* wikipedia
* npe
* wat gedichten






Interpretatie van het uitzicht


Verschillende bomen in deze verdoemde tuin
stellen godzijdank nog perk en paal aan

een oude man die daar gedurig loopt, zonder
hoed, zwart als een krent in grauw gebak van

licht en landschap, ja een man van ziekte. Zwak
maar taai en onbeschoft. Hij draait, de afgeleefde

kreeft, in kringen om mijn vijvers, der seizoenen dolle
dolle naald deert hem, verstokter, blijkbaar niet.

En de verlegen bleke regen al weggebleven is, de doorluchtige
wind, voortvluchtig, in het geheime hout ontweken.

En heerst verwildering alom en willekeur haakt
bladerloos aan de ontdane hagen waarlangs aarzelend

zijn zachte schunnige verwoesting vaart. En niemand kan
hem keren waar hij zeverend door mijn bezeerde heesters breekt

en bevend speeksel kwijlt langs mijn beleefde kleine twijgen.
Van de vlugge lustige vogels geen hulp meer te verwachten is nu

de heilige reiger zelfs al ochtendlijk is uitgeweken achter de
geschonden horizon. Het is te hopen dat de mooie rode autobus

die alle oude mensen later af komt halen, hem nu spoedig
over rijdt naar ongenadiger terreinen, naar jachtvelden van

eeuwig asfalt, waarin overal verchroomde bakken voor zijn
rochels en de uitgekauwde stompen van zijn stinkende sigaren.

Want al mijn vijvers liggen dicht, mijn paadjes raken
zeer vertrapt, de schuwe schepselen hebben mijn struikgewas

verlaten, mijn heerlijkheid ligt braak. O keer, keer
welluidende wind, verliefde regen weer tot aan mijn

haveloze heuvelen.



Fritzi Harmsen van Beek (1927-2009)






Je moet misschien even over iets zwakkere beginregels heen, maar dan beland je in een trefzekere temerigheid, in een schampere schendbaarheid, in een allerovergevoeligst gezeur, in een allerboosaardigst gefoeter, in de goedertieren onberekenbaarheid van een vrouw die net als Rilke taal verleidt in plaats van schrijft. 
Om het leven aan te kunnen, heb je een zekere plompheid nodig. Om het niet aan te kunnen: talent. Dàt soort talent heeft Fritzi ten Harmsen van der Beek in zeer alkoholische mate.
- Herman De Coninck








= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l

1 opmerking:

  1. Hoi Krupke, ik geloof dat die oude man in de derde regel daar gedurig rondloopt. Prachtig gedicht, hè. Er is een oude opname te vinden van de VPRO waarin Roland Holst het voordraagt en Fritzi over de toedracht vertelt.

    BeantwoordenVerwijderen