= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
* dbnl
* wikipedia
* vlaamse schrijvers
* schrijvergewijs
Drieluik
Loopt hij met zijn meisje
langs witte maanpaden—
ver ronken de kermisorgels
en de Bengaalse vuren zieltogen in het dorp—
hij vooist haar al de zoete wijsjes van zijn hart,
want zijn hart is een weke occarina.
Ronde boomkruintjes, haar ogen,
waaien gestaag hun bloesems in zijn hand.
Maar hij is soldaat
die op nachtwake staat—
nacht: blauwe cowboyfilm;
zeebrand blikvuurt: alle einders langs, de opalen,
buitelen de nachtegalen!—
Drievoudig ontbloeit zijn heimwee:
Zondag-dorp-meisje,
en hij loopt een pas of wat,
kuchend als het treintje
dat hem naar huis voert ...
Dan, onder de sterrewielingen
staat hij verloren,
en kijkt scherp uit, als een stuurman.
Drinkt hij zijn pint met de dorpskameraden,
brult zijn keel schor,
danst vonken uit de vloerkarelen—
een plotse, koele dronk
doet hem opspringen: "mijn lief!"
en hij wipt de straat over
als een jonge haas!
Wies Moens (1898-1982)
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l
Geen opmerkingen:
Een reactie posten