* schrijversgewijs
* dbnl
* Azuren holte
* draagt voor
Le vieux moulin
“Le vieux moulin” heet in de natte berm een put.
Een laag humus geworden eikebalkenhout
geeft aan twee benden basterdwederik de fut
om erin steil te staan als bomen van een woud.
Zij ligt tussen die twee cohorten stengels in.
Zij drukt tegen hun flanken links en rechts een been
dat opgaat in de heupen van een koningin,
liggend oud goud op een gebarsten molensteen.
Van boven af gezien tussen twee vlekken paars
liggend het gouden vlees van een sibylle Gods
in een Myceense schacht, maar gekmakend barbaars
ook, met haar masker rustend op de schilfers rots
uit bressen van de Ardenner molenkeldermuur.
De stilte wordt verdikt wanneer dat masker breekt,
de hal van de rivierklooflucht wordt rust en duur
als de geklemde kaak loslaat en woorden spreekt:
“Al wat gij goud wil noemen is misschien maar brons.
Ik zie op mijn niveau de wortels in de grond
en grijze zwammen van gelijmd nachtvlinderdons,
en mieren langs mijn hand dragen hun larven rond.”
Jos De Haes (1920-1974)
• Speel het gedichtenspel
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten