* vrouwenlexicon
* wikipedia
* dbnl
* leestafel
* npe
Des nachts, wanneer ik wakker lig
en wacht en naar het licht verlang,
springen, voor ’t allereerste licht
alom de bronnen van gezang.
Ver in het park, in ’t diepste duister,
niet luider dan verrukt gefluister
en zeer nabij uit luide kelen
en dan weer stil en plotseling vele,
totdat het alles samenstroomt,
de grote stilte wordt door-aderd
en heel de nacht lijkt één geboomt
door duizend vogelen bebladerd.
Dan doven, sneller dan de sterren,
de stemmen van nabij en verre.
Nauw hoorbaar uit een stille mond
de adem van de ochtendstond.
M.Vasalis (1909-1998)
uit: Vergezichten en gezichten (1954)
• Speel het gedichtenspel
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten