dinsdag 26 juni 2018

Hans Andreus -- twee sonnetten van de kleine waanzin

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
dbnl
npe
leestafel








5

Wij leefden veel, kwamen leven tekort.
Hier leeft men zuinig en houdt men zich over,
begrijpt niet waarom men moordenaar wordt.
Ik buig me naar je steengezicht voorover,

Maar ik zie je in de ruimte slapen, zwerven
met het gemak, het geluk van een zon.
Je zegt: wat is is en dat kan niet sterven.
Ik wil toch weten waar alles begon.

Je stilt niet de honger, lest niet de dorst,
stilt niet het verlangen, troost niet de waanzin.
- Wij kauwen op de aarde: een broodkorst.

Wat geeft het dan wat ik verder nog doe?
Mijn vlees en mijn beenderen zijn mij moe.
Maar ik kan je soms en mijzelf soms aanzien.


25

Je naam? Maar ik heb je naam vergeten.
Je letters lopen over in elkaar.
Wij zijn van zoveel ik gemaakt, bezeten,
dat wij geen leven hebben voor elkaar.

Ik weet je naam wel, maar hoe wil je heten:
Springveer, Wilde, Kleine Clown, Vogelhaar,
Brood Dat Je Proeven Moet Om Op Te Eten,
Tot Ziens, Adieu, Nooit Meer of Toch of Maar?

Ik zeg maar wat. Ik moet in je geloven,
al ben je niet degene die je bent,
woon je nieuw naast mij of vlieger je boven
de daken. Ik heb je te slecht gekend
en kan je nu geen stom geluk beloven,
vreemdelinge. Wij zijn dat licht ontwend.


Hans Andreus (1926-1977)
uit: Sonnetten van de kleine waanzin (1957)





• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Geen opmerkingen:

Een reactie posten