zondag 28 oktober 2018

Wilbert Cornelissen -- drie gedichten

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

in memoriam
dbnl
recensie



• foto: merlijn doomernik






• Wilbert Cornelissen overleed op 19 oktober jl. Eind mei verscheen zijn vierde bundel Elke dag een / proefsleuven, in feite een bloemlezing uit de 3417 gedichten die hij (‘elke dag een’) schreef tussen 2007 en 2016.



Stokken van dienst

de stok in huis, de stok achter het huis,
de stok op zolder, achter de deur

de stok van dienst, de zitstok, de wandelstok,
de steek- en scheldstok, slastok,

de boomstok, de ga- en stastok,
de stok in de hand, de stok tussen de benen,

om mee te balanceren, de stok op het puntje
van je neus, de stok op de snijplank,

in de broodmand, de tik- en de takstok,
de tiktakstok voor gevorderden, de afhamerstok,

de dirigeer- en streelstok, het ijscostokje
– vergeet de eetstokjes niet


*


Proustzeep

je bent anders zo verschrikkelijk zuinig met de kruimel,
de geurmolecuul,

of delicaat met een geluid, het tikken van bestek op
een porseleinen bord, of een beweging,

het (bijna) struikelen over een tegel;
Proust pakt één draad en trekt er heel voorzichtig aan;

hij mag nu even niet afbreken,
het verhaal moet in zijn geheel worden verteld;

Proust, de visser, Proust, de jager;
er is ook een tussentijd onverborgen in de dingen,

waartoe je wel eerst een tijdvreter nodig hebt,
een soort zeep dat verbanden uitwist,

dat je uit het heden tilt,
laat zweven met het overzicht van het verleden,

je wast
voordat je zelf gewassen wordt


*


Poëzie minus de dans

ze hadden zanger willen zijn
in een band, eigenlijk,

de dichters, gedragen door
muziek uit de ondergrond;

het ritme daagt in de verte,
komt aan in het zitvlees

waar het resoneert;
'dichters dansen niet'

zeggen ze met een knipoog
die zwaar in het slot valt:

dichters dansen niet,
want zouden ze dansen,

wat zou er nog te dichten
overblijven?


Wilbert Cornelissen (1958-2018)
uit: Elke dag een / proefsleuven (2018)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zaterdag 27 oktober 2018

Jacqueline van der Waals -- Ik weet wel, dat ik trotsch ben

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
dbnl
werken
bwn
schrijversinfo







Ik weet wel, dat ik trotsch ben. Ach ik zal
Altijd hoogmoedig zijn; ook, waar ik graag
Mijn schuld belijdende, vergeving vraag
Voor menschen. Ook, wanneer ik nederval

In schuldbesef, mij bitterder dan gal,
En God mijn onmacht en de bittre plaag
Van eigen schuld en eigen zwakheid klaag -
Ook dan ben ik hoogmoedig, dan vooral.

Want zou ik met het ongemunt metaal
Van woorden, waar ik noode mee betaal,
Mijn schuld voldoen, indien mijn hart verdroeg
In schuld te zijn? Zou ik, voor 't aanschijn Gods
Zóó diep mijn schuld gevoelen, zoo mijn trots
Niet altijd naar het allerhoogste vroeg?


Jacqueline van der Waals (1868-1922)
uit: Gebroken kleuren (1939)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Jacqueline van der Waals -- Liefdesliedje

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
dbnl
werken
bwn
schrijversinfo







Liefdesliedje

Mijn liefste, waar we beiden zijn,
Daar zijn we met ons bei,
Al de andre menschen, die er zijn,
Ze zijn er niet voor mij.
Ze lachen wel en praten wat,
Ze komen wel en gaan,
Maar doen ze iets of laten dat,
Het komt er niets op aan.

De andre menschen om ons heen,
Zijn ook wel lief en goed,
Maar ik bekommer mij alleen
Om wat jij zegt en doet.
Ik glimlach maar en houd mij stil,
Dit roezig stemgegons,
Waar ieder wat beweren wil,
Wat is het, lief, voor ons?


Jacqueline van der Waals (1868-1922)
uit: Gebroken kleuren (1939)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zondag 21 oktober 2018

Hélène Swarth -- Herfstrood

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
wat gedichten
dbnl
historici
graf

• portret: rosa spanjaard





Herfstrood

In rouwzwart groen een vroolijk vlekje rood:
Een blozend dak, een gladiolusvlam,
Een rozige appel of een hanekam,
Zal dat mij troosten over zomerdood?

O tragisch traag laat vallen van den stam
Scharlaken bladen in de bruine sloot
De wilde wingerd, of in gulpen vloot
Zijn bloed, gelaten najaars-offerlam.

Een huivrende angst bevangt me en jaagt mij voort,
Grijpt bij de keel me en steelt mijn levensmoed.

In 't Westen praalt een karmozijnen poort,
Waarachter 'k misdrijf, vreemd en wreed, vermoed.

De boze oktober heeft de Zon vermoord;
Zijn zwaard is rood, zijn mantel druipt van bloed.


Hélène Swarth (1859-1941)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zaterdag 20 oktober 2018

Hélène Swarth -- Herfstboom

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
wat gedichten
dbnl
historici
graf

• portret: rosa spanjaard





Herfstboom

Ik weet een boom, die staat alleen te sterven,
Zijn ijle twijgen spreidende op de luchten,
Als vleuglen van een reuzevogel: - vluchten
Wil hij van de aarde, waar hij vreugd moet derven.

O teedre boom, versmadend zware vruchten
En bonte oranje en incarnate verven!
Etherisch licht, als bleeke veedren, zwerven
Uw broze loovren heen op windezuchten.

O boom! ik voel uw bladerval doorbeven
Mijn droomenblauw, als droeve erinneringen.
Ik voel verwant uw leven en mijn leven.

Ik breid als gij mijn armen uit tot zwingen,
Ik kan er nooit ten hemel heen mee streven:
't Zijn donkre wortlen, die mijn wil bedwingen.


Hélène Swarth (1859-1941)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

woensdag 17 oktober 2018

Gaston Burssens -- Ode aan Yvette

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
• dbnl
• schrijversgewijs









Ode aan Yvette (5)

Eens waren wij zo wijd geraakt
Waar al wat bewoog door de wind werd opgenomen
Dat alles wat wij in een droom hebben geslaakt
Verwaaide door de spleten van de slome
En vreemde liefdes van voorheen
O jee wij dansten op één been
Maar dansten weldra weer op beide benen
Toen wij de tocht of liever neen
Toen wij de spleten in de stenen
Dicht konden maken van boven naar onder
Met een gedicht over het wonder
Dat zich voltrok

De liefde naast de wind zat schrijlings op de nok


*


Ode aan Yvette (11)

Het vroor ijsschollen op de Schelde
De meeuwen zwalpten boven onze tuin
Je strooide brood en vis en bijna schonk je wijn
Aan de vogels die je hun leed vertelden
In 't struikgewas
Het is mij meer gebeurd maar zelden
Dat ik de wijn moest drinken die voor anderen was
Om te veranderen van beeld in held en
Van held in rat
(Zoals de Reus uit De gelaarsde Kat)
Maar ditmaal was ik reus gebleven
Doch reus of rat om 't even
Je was mij vóór met veel meer wensen
Dan ik al had

Je was een sprookje toen voor grote mensen


*


Ode aan Yvette (14)

Scarlatti sonatine clavecimbel
De kamer luisterend met onze oren
Je voorhoofd langs één enkele rimpel
Denkt fronsend aan de dingen die behoren
Tot de verrukking in de almacht der muziek
Ik glimlach om je komische mimiek
Als ik bemerk dat je bevreesd bent
Voor al de almacht die je eens geweest bent
En denkt niet meer te zijn
Het is zo (h)eerlijk soms zich te vergissen
Om dan alweer te denken en te gissen
Wat voor geluid muziek mag zijn
Want er is ook muziek die van la vie en rose
Literatuur littérature avant toute chose

Als al de rest muziek moet zijn


Gaston Burssens (1896-1965)
uit: Ode aan Yvette




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

maandag 15 oktober 2018

Paul Rodenko -- Wandeling & Geen wind

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
npe
paar gedichten
dbnl
citaten







Wandeling

De dag is groot en traag
en van een oud geslacht
maar ergens ligt de nacht
in hinderlaag

Verlaat en afgezakt
lijkt nu ons gaan door stille straten
de huizen staan verpakt
als koffers in dépôt
het groene van een cactus is alleengelaten

Geen spiegels schragen onze gang
de ruiten zijn verdekt en blind
je hand ligt als een schaakstuk in mijn hand
ver klinkt het schreien van een kind
je mond beweegt verschrikt
je woorden wapperen
als witte hemden in de wind

Hoe komt het kluwen van de zon ontward
wie heeft de tegels uitverteld
de angsten van het hart
zijn salamanders

Het uur blijft stom
waarom waarom
zijn alle dingen anders?


*


Geen wind

Geen wind.
Een kind
is over straat gelopen.
Een ver gerucht komt langs het raam gekropen.
Geen wind.
Een smalle schaduw is verlengd.

Geen wind.
Een kind
is over straat gelopen.
De horizon gaat als een schuifdeur open.

Een beeld valt om.
Een houten vogel slaat.
Wie heeft geschreeuwd?
                                        De kamer staat
op duizend poten van geluid.

De lamp zet uit.
Het venster klapwiekt zwaar.
Een man wijst nergens naar.
Zijn houterig gebaar
komt langzaam op ons toe.
Dan kraakt het middendoor.

Het licht is schraal.
Plots is het stil.

De verten spreken moeizaam in een vreemde taal.


Paul Rodenko (1920-1976)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zondag 14 oktober 2018

Piet Gerbrandy -- twee gedichten

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

kb
dbnl
wikipedia
atlas contact









Ik ga je niet bellen.
Ik leg niet mijn hand op je knie.
Ik stuur je geen zogenaamd informatieve berichten.
Ik vraag je niet mee naar de kroeg.
Ik wil mijn geboden niet tellen.
Ik mijd je blikken gelijk ook jij de mijne ontwijkt.
Ik bied niet aan je gevleugelde pijnrug te kneden.

Toen de mens met spreken begon leek dat in eerste instantie een verrijking voor
zijn leefomgeving omdat deze kon worden uitgebreid met wat er niet was maar
verlangd werd. Pas na de introductie van de negatie begon men in te zien dat met
het woord een Paard van Troje was binnengehaald.


Ik leen je geen encyclopedische anatomie van de neerslachtigheid.
Ik zal niet stoppen met drinken.
Ik laat mij niet verzoeken door je tongval.
Ik maak geen misbruik van mijn vertrouwensfunctie.
Ik eet niet altijd gezond om weer jong te worden.
Ik let neet steeds op je lippen als je praat.
Ik ga niet steeds toevallig naast je zitten.
Ik breng geen rangorde aan in mijn lijst van voornemens.
Ik negeer wat je doet met je borsten.
Ik laat mijn OBSESSIES niet doorgaan voor publicabel.


*


Nuttig en zoet zijn de nieuwe naturen.
Dieren en planten komen er veel voor.
Het regent er niet vaker of juist minder.
Alles is inheems.
De mensen die er lopen zijn meest blij
        of bloot of ongekapt of verongelijkt.

Zoom van het goor: duet van koekoek en vleesram.
Loofhoutwal: palet van anemoon en lijsterbessen.

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat elders ONTWORTELDE stammen hun toe-
vlucht zoeken in gebieden die niet zonder slag of stoot een ecologisch evenwicht
hebben bereikt. Ook in de steden waken welstandscommissies immers over gevels
daken en kleuren van veilige speeltoestellen.


Kijk daar creperen vlekkerige hitjes.
Hoor daar verschalkt een havik een weeë duif.
De natuur is geen democratie.
Ruikt u die sloot? Zo zijn hier de processen.

Betrokkenen binnen en buiten het veld zijn voorzien van inspraakorganen.
De vogelaarhut kent interactieve hostessen.
Dit project werd mede mogelijk gemaakt.


Piet Gerbrandy (1958)
uit: Vloedlijnen (2018)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Lode Ontrop -- twee sonnetten

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

anet
nevb
dbnl









Deemstering

Heur oogen hebben de avond voorbereid, -
heur oogen, starende met weiflend schromen
hoe tot der sterren schittring opgenomen
de avond rijst vol gepeins en eenzaamheid. -

Heur oogen hebben de avond voorbereid, -
en van een lang verlangen weêrgekomen,
plooit, als bezwijkend onder kalme droomen,
heur zacht gelaat tot rust van eeuwigheid.

Verlaten in de dag nu en vergeten
het woelig leven, en geen oogen meten
de diepen nacht waartoe dees avond leidt.

Alleen heur blikken turend henenvaren,
en verre steeds heur turende oogen staren
als twee gedachten, éénen dood geweid.


*


't Zijn werelden die van het leven branden,
't zijn volkeren die hoog als vlammen slaan,
en menschen, die met saâmgewrongen handen
en smachtende ooge', in vuur en vlam vergaan.

Daarbuiten is het stil van doode landen,
zwart-liggend naast elkaar; geen zon of maan
zendt licht over die aldóór-stille landen,
dood nu, wijl al hun schoon is heengegaan.

En toch ligt in die stilte dáár verzwolgen
wat eeuwen droegen als hun gloriemacht,
en door een heele menschheid werd aanbeden.

En 't wordt mij bang als 'k denk dat wij ééns volgen
de grootheid die daar zwijgt in eeuwgen nacht
van onbegrepen dood, - en duistren vrede.


Lode Ontrop (1875-1941)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zaterdag 13 oktober 2018

Jeanne Reyneke van Stuwe -- Nazomer

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

dbnl
literair nederland
wikipedia
damescompartiment
bwn







Nazomer

Hooge boomen toonen 't roode loover
Toomloos vroolijk zich onttooiend
Sprookjes-schoonheid zond zich strooiend
Ros en goud en donker-brons getoover

Zorgeloos heur mooi vergooiend,
Zonder schromen voor den boozen roover
Najaarsstorm, die duldt geen tooi, hoe poover....
Sterven, zóó door dood vermooiend,

Dat wel allen dùs hun dood verkozen:
Hooger dan in 't leven blozend,
Even slechts van 't vroolijk spel verpoozen,

En coquet met zefier koozend,
Als met vlinders vlug stoeit roode rooze....
Vluchtig, onbewust verbroozend....


Jeanne Reyneke van Stuwe (1874-1951)







• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

vrijdag 12 oktober 2018

Simon Vinkenoog -- Nocturne voor Herckenrath-Dory

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

dbnl
website
wikipedia
FB-herdenkingspagina
youtube







Nocturne voor Herckenrath-Dory*

Ik vind het woord noctiflore:
snachts bloeiend - opengaand
ik ken geen woord waaraan
ik mij zozeer herken
in dit boek vol woorden

(en zoals het voorwoord zegt
cette édition a environ cent
colonnes de texte de plus
que la précédente)

zelfs noctambule (slaapwandelaar
nachtbraker nachtpitje) moet
het nachtelijk onderspit delven
al maakt daarentegen
noctiluque (snachts lichtgevend)
weer een gerede kans
tot mijn liefkooswoorden
te gaan behoren

ik noctuelle (nachtvlinder)


Simon Vinkenoog (1928-2009)


* Frans woordenboek van C.R.C. Herckenrath en Albert Dory


Mooie woorden

Er zijn twee redenen waarom mensen woorden mooi vinden. De eerste heeft te maken met de buitenkant van het woord, met de klank en het ritme. Desalniettemin vinden veel mensen een mooi woord, net als minkukel en boterbabbelaar en wielewaal. Of balalaika. Veel mooier dan gracht, strottenhoofd, krijsen en schroothoop. Daar is verder niet zo veel zinnigs over te zeggen, hoewel er wel een paar wetmatigheden achter zitten. Hoe makkelijker een klank uit te spreken is, bijvoorbeeld, hoe prettiger we hem vinden. En daarom vinden we woorden met ‘open’ lettergrepen als la, no en mi welluidender dan woorden met moeilijk uit te spreken klankcombinaties met veel medeklinkers.

De tweede reden om een woord mooi te vinden is de betekenis. Het gevoel dat men erbij heeft. Daarom vindt iedereen liefde een mooi woord, en hoop en vrede en poes en konijntje. Dat gevoelsaspect kan het klankaspect overrulen: als je maar verliefd genoeg bent, kun je zelfs namen als Geurt of Bep de mooiste ter wereld vinden.

De woorden waar Simon Vinkenoog zich in bovenstaand gedicht zo opgetogen over toont, zitten een beetje in het overlappende gebied van ‘welluidend’ en ‘welluimend’. Noctiflore, noctiluque en noctuelle klinken redelijk mooi, maar het is zo te zien vooral hun betekenis waar nachtuil Vinkenoog zich door aangetrokken voelt. Zonder die betekenis had hij ze waarschijnlijk niet eens opgemerkt in al die “colonnes de texte”, en had hij wellicht, net als veel anderen, gekozen voor rocambolesque (‘ongelofelijk’), époustouflant (‘verbijsterend’) of ivresse (‘dronkenschap’).

Overigens, toen Vinkenoog in 2004 in Onze Taal naar zijn mooiste woord gevraagd werd, koos hij het woord appelboom – en u mag zelf verzinnen of dat vanwege de klank was, of om de betekenis. Of allebei.


• Raymond Noë





• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

donderdag 11 oktober 2018

Sasja Janssen -- Happy

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

website
youtube
poetry



• portret door lonneke stulen





Stil even, als onze taal happy is, dan ook onze daden
of is het juist andersom? Ja, als onze daden happy
zijn, dan onze kauwen, onze bomen, onze doden
jij en ik, geen ons is ons te veel. Natuurlijk hebben we
genoeg mankop voor vergetelheid, zo ken ik je weer.
Wat trillen mijn handen?

(Sasja Janssen, fragment uit ‘Happy’ – lees hier het hele gedicht)
De gedichten in de bundel Happy (2017) van Sasja Janssen gaan eigenlijk allemaal over taal: er wordt voortdurend verwezen naar woorden, en ook komt, als een grapje, in ieder gedicht wel ergens een Engels woord voor.

In de bundel staat ook een gedicht dat ‘Happy’ heet. Dat gedicht staat helemaal alleen in een afdeling met de titel ‘Als onze taal happy is, dan ook onze daden’. Dat is op zijn beurt dan weer een regel in het gedicht ‘Happy’. Dat gedicht beschrijft een treurige reis naar Roemenië. Waarom de ik in het gedicht daar nu per se naartoe moest is niet duidelijk, maar veel vreugde lijkt ze er niet te hebben beleefd. De bundel verwijst regelmatig naar huwelijksproblemen en die lijken ook hier een rol te spelen.

Het gedicht bestaat uit 18 strofes van ieder 6 regels. De zesde regel is steeds korter dan de eerdere, en daarom lijkt het gedicht als geheel wel op een ballade, een treurige, verwarde ballade. Zoals in deze strofe, die bijna een gedichtje op zichzelf is. De ik klampt zich vast aan de taal. Zou ze met die taal niet alles goed kunnen maken? Of moet je daarvoor, godbetert, toch ook eerst iets doen dat happy is? Kan onze taal van ons weer ons maken, en zelfs geen ons te veel?

Eerder in het gedicht schrijft de dichteres een paar regels die nog een ander licht werpen op die ‘happy taal’:
Geen groot probleem is het, al zijn de problemen slecht te overzien, maar zolang mijn zinnen happy worden zoals John Austin me leerde, doen mijn pennen het nog, zelfs daar in de spugende zon. Wist je dat Austin meer praatte dan hij schreef? Wat kan het je schelen en je bent er toch?
John Austin (1911-1960) was een Britse taalfilosoof die inderdaad sommige zinnen ‘happy’ noemde (soms gebruikte hij de uit het Latijn afkomstige term ‘felicitous’, dat hetzelfde betekent als ‘happy’): dat zijn huiselijk gezegd zinnen die precies passen in de situatie waarin ze gebruikt worden, zinnen die van toepassing zijn, zinnen die de situatie niet ineens heel raar maken.

Of hij echt meer praatte dan hij schreef? Het zal wel, want het geldt waarschijnlijk zelfs voor de ijverigste schrijver, en zelfs voor de dichteres, die alleen en ongelukkig met haar gezelschap, ook al is dat haar eigen gezin, geneigd is om dan maar happy zinnen op papier te zetten.

• Marc van Oostendorp





• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

woensdag 10 oktober 2018

Menno Wigman -- Kaspar Hauser

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


wikipedia
dbnl
kb
npe
leestafel
avondlog








                              Kaspar Hauser

                        Hier geen Natureingang.
   Geen beek van zilver, gouden zonlicht, zeikgedicht.
                        Hij gaf niet om de zon.

   Maar hoorde hij een klank, zag hij een vlam, dan greep
                        hij witheet met zijn hand.
   Soms stond hij heilig met een schilderij te praten

                        of plantte hij bezorgd
   een snijbloem in de aarde. Een kind van zeventien
                        met kelders in zijn ogen.

   Afkomst verduisterd. Mensen die hem willen doden.
                        Zijn onbemande mond
   die hulpeloos herhaalt wat hem was ingesproken:

                        ‘Ik wil een ruiter worden.’
   Meer wist hij niet. En wij, wij leerden Kaspar kijken,
                        wilden zijn hoofd met Duits

   verrijken, steenhard Duits dat al zijn schrik verdreef.
                        Maar het verklaarde niets.
   En bastaardprins of niet, gelukkig werd hij nooit.

                        En nu is Kaspar dood.
   En wij, wij leefden hem, beschreven hem in gloedvol
                        Duits dat niets doorzag.

   – Breek alle pennen stuk. Tuig elke letter af.
                        Er is geen taal die troost,
   geen woord dat bloost bij Kaspar en zijn hondendood.


                        Menno Wigman (1966-2018)



De begin dit jaar veel te vroeg overleden dichter Menno Wigman (vandaag zou hij 52 zijn geworden) vergeleek zichzelf graag met een stratenmaker. “Dat klinkt allesbehalve romantisch,” zei hij in 2003 in een interview in Onze Taal, “maar mijn werk komt soms gewoon neer op invullen.” De straatjes en stoepjes die hij op die manier legde, konden nogal uiteenlopende patronen hebben, maar altijd lagen zijn stenen nauwkeurig in het gelid. “Ik kies altijd een heel strakke vorm”, zei Wigman in datzelfde interview.
De aanleiding tot dat gesprek was het gedicht ‘Kaspar Hauser’, dat Wigman op verzoek speciaal voor Onze Taal geschreven had, en dat hij daarna opnam in zijn bundel Dit is mijn dag (2004). Hij had er een opvallend patroon voor gekozen: drieregelige strofen met afwisselend korte en lange regels. Wigman: “Ik vind het typografisch gezien erg mooi. Door die afwisseling van korte en lange regels is er flink wat lucht. Ik hou ook erg van veel wendingen in een gedicht, en daar dragen die korte regels natuurlijk aan bij. De zin loopt vaak door aan het einde van de regel, waardoor er kleine pauzes ontstaan die voor nadruk zorgen, maar ook voor variatie.”

Niet alleen de vórm van het gedicht is opmerkelijk, ook het onderwerp. Het moest over taal gaan – dat was tenminste het verzoek van Onze Taal –, maar het ging uiteindelijk over iemand die juist verstóken was van taal: Kaspar Hauser, een vondeling die in 1828 op ongeveer zeventienjarige leeftijd werd aangetroffen op een plein in Neurenberg, en die op dat moment weinig meer kon zeggen dan zijn eigen naam. Toen hij leerde spreken, werd duidelijk dat hij al die tijd opgesloten had gezeten in een kelder, en niet meer had gekregen dan water en brood. Waar Hauser vandaan kwam, bleef een mysterie. Het gerucht ging dat hij een kind was van een groothertog, en moest verdwijnen zodat een andere tak van de familie aan de macht kon komen. Er werden twee moordaanslagen op hem gepleegd, waarvan de tweede hem in 1833 fataal werd.
“Wat zo ten hemel schreiend is, is dat Hauser zo’n ontzettend onschuldig iemand was”, aldus Wigman. “Hij heeft nooit echt goed leren spreken, en zei voortdurend dingen als ‘Kaspar lief, Kaspar lief, niemand slecht doen.’ Hij spreekt me aan omdat hij een prachtig voorbeeld is van de ontoereikendheid van taal. Ook op taalgebied was hij natuurlijk een onbeschreven blad, en uit alle macht is geprobeerd om hem Duits te leren spreken en schrijven, maar dat is niet goed gelukt.”

Wigmans gedicht over Kaspar Hauser begint met een zogenoemde ‘Natureingang’: een natuurtafereel dat meteen de gemoedsgesteldheid van de dichter symboliseert. Of beter gezegd: het begint met de mededeling dat het daar níét mee begint. Wigman: “Dat is behalve paradoxaal ook een ironische knipoog naar het behoorlijk clichématige van zo’n Natureingang, die vooral voorkwam in de Romantiek, de tijd van Kaspar Hauser. Het slaat hier natuurlijk ook in de eerste plaats op Kaspar Hauser, die op een volkomen onnatuurlijke manier ingang tot de wereld vond.”
Wat volgt is een heel strak geordend typisch Wigman-gedicht, waarin zogezegd elke steen nauwkeurig op de juiste plaats ligt. Let er bijvoorbeeld op hoe de korte regels telkens uit drie jamben bestaan (een jambe is een onbeklemtoonde lettergreep gevolgd door een beklemtoonde), en de lange uit zes. En hoe Wigman daar soms van afwijkt, om een veelbetekenende nadruk te leggen – bijvoorbeeld in “Afkomst verduisterd. Mensen die hem willen doden.” Let ook op hoe hij in het mooie beeld “Een kind van zeventien / met kelders in zijn ogen” kind ook qua klank verbindt met kelder. En hoe hij in het net zo mooie “Zijn onbemande mond” iets dergelijks doet met onbemand en mond.

Al die afgewogen aandacht voor de vorm contrasteert in de slotstrofe nogal met de woede die daaruit spreekt: “Breek alle pennen stuk. Tuig elke letter af.” Wie erg kwaad is, vergeet juist meestal zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Wigman: “Die woede is om zo te zeggen vooral inhoudelijk, ja – al draagt dat contrast er misschien juist toe bij dat dat bitse sterker naar voren komt. Ik hoop het, want ik wil graag dat mijn gedichten iets hards hebben, iets weerbarstigs. Ik heb een hekel aan het beeld dat poëzie maar wat zoetgevooisde rijmelarij is, vandaar ook dat ‘zeikgedicht’ in de eerste strofe. Het is voor mij ook een manier om me teweer te stellen tegen al te grote melancholie. Kaspar Hauser roept ook zo’n reactie op: woede over de mensen die hem zo’n hondenleven hebben bezorgd, maar ook over de taal, die uiteindelijk met lege handen staat.”

• Kees van der Zwan, eindredacteur Onze Taal


Het hele Onze Taal-interview met Menno Wigman is hier te lezen.







• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

maandag 8 oktober 2018

Elisabeth Eybers -- Tongval

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


wikipedia
dbnl
paar gedichten
schrijversinfo








Tongval

Jou binnelandse vriende is vriendelik
teenoor die lig bevreemde vreemdeling
uit 'n onordeliker kontinent.
Om saam te klink ten spyte van aksent

wil ek die vasgelegde wette leer
maar merk, as een haar meesterlik ontferm
oor my wat onvolledig konformeer
en hulp aanraai van 'n logopedis,
hoe eiesinnig strotteweefsel is
wat die essensiële taal beskerm.

Terwyl ons lippe self die pleit besleg
kom klanknabootsing ook nooit tot sy reg;
vandat my spraakorgane jou geval
verwaarloos ek die medeklinkertal.


Elisabeth Eybers (1915-2007)
uit: Onderdak (1969)


Altijd weer genieten, de gedichten van Elisabeth Eybers. Hardop uitgesproken vallen de woorden prachtig op hun plaats; de melodie trekt je in één ruk naar het einde.

Is het een sonnet – dat, afwijkend, met een kwatrijn en een sextet (rijmgewijs, of, zinsgewijs, een terzet en een septet?) begint, en met een kwatrijn eindigt? Hoe dan ook, het gedicht heeft zeer zeker een volta: in het slotkwatrijn maken alle bezorgde gedachten over taal als communicatiemiddel plaats voor zorgeloze zinnelijkheid. Want met tong en lippen kunnen we nog meer dan taal spreken – alleen niet tegelijkertijd.

In de eerste versie van ‘Tongval’ die ik onder ogen kreeg, stond het woord strotteweetsel. Kon dat kloppen? Bij de in het Afrikaans schrijvende Eybers weet je het nooit, misschien weet de strot meer dan je denkt – zoals later de lippen ook een pleit weten te beslechten. Maar het moest toch strotteweefsel zijn, zoals mijn voorgevoel me had verteld.

Tussen Nederlands en Afrikaans wemelt het vast van de valse vrienden, die vriendelijker zijn dan vals – zo stel ik mezelf gerust, te lui om het woordenboek te raadplegen. Maar het gaat Eybers in de eerste tien regels niet eens om onze verschillende woordenschatten, slechts om de accenten: alsof het om twee dialecten gaat, twee tongvallen die ze graag dichter bij elkaar wil brengen. Waarbij ze ook nog de populaire visie weergeeft dat Afrika en dus het Afrikaans, een ongeregeld zootje is en het Europese Nederlands juist zo ordelijk, dat je de wetten waaraan het onderhevig zou zijn, kunt leren.

Waar maakt ze zich druk om? In hoeverre vallen communiceren en conformeren samen, is “samen klinken” het hoogste doel? Wil ze een ingebeelde kloof overbruggen – want als verwante vreemdeling wordt ze allervriendelijkst bejegend, en van enige moeite om de binnenlandse vrienden te verstaan, maakt ze geen gewag?

Vanwege haar uitspraak (de “klanknabootsing”) krijgt ze van een belerende Nederlander een beledigend advies. Logopedisten zijn er voor mensen met een spraakgebrek af, niet voor iemand die een volwaardige zustertaal spreekt – met wat meer verloren medeklinkers en uitgangen.

Er helpt dan ook geen moedertje lief aan: taal zit in haar lijf, daar bovenin meteen, haar moedertaal is deel van haar wezen geworden, en laat zich niet meer een ander oor aannaaien.


Felix van de Laar



• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zondag 7 oktober 2018

Radna Fabias -- Sonnet

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

groene
volkskrant
voorproefje
trouw








•• In zijn sonnettenproject op Neerlandistiek.nl behandelt taalkundige Marc van Oostendorp de ontwikkeling van de Nederlandse taal aan de hand van 196 (14x14) sonnetten. De laatste reeks van veertien is op speciaal verzoek door veertien dichteressen geschreven. Veertien maandagen lang kunt u hier steeds een van die sonnetten lezen, inclusief beschouwing. Vandaag de laatste. De eerdere sonnetten waren van Lieke Marsman, Delphine LecompteMieke van ZonneveldHester KnibbeElly de WaardSasja JanssenAna RoelofsDewi de Nijs BikMaria BarnasAstrid LampeEster Naomi PerquinEva Gerlach. en Charlotte Van den Broeck.









































[Klik hier voor een grotere versie.]


Radna Fabias (1983)



Hoe lang zullen er nog sonnetten geschreven worden? Waarom heeft precies deze vorm het 450 jaar volgehouden, ongeveer even lang als het standaard-Nederlands?

Een raadsel van de taal: je neemt je eigen ervaring van de verwarrende en almaar doorlopende werkelijkheid en je legt hem op het raster van geleende woorden en geleende grammatica dat een taal wordt. Die digitale afbeelding is dan al snel het enige wat er over blijft van je uitzonderlijke ervaring.

Een raadsel van de vaste vorm: het raster wordt nog veel nauwer, je krijgt maar een beperkt aantal regels, je krijgt een schema dat al duizenden keren gebruikt is om soortgelijke ervaringen te beschrijven, en toch komt er iets nieuws uit. Het sonnet is de taal in verhevigde vorm.

Je kunt er tegen protesteren, je kunt besluiten de zinnen in elkaar te laten overlopen, je kunt ervoor kiezen op de grens van het grammaticale te balanceren, het sonnet maar zes regels te laten tellen, om het uitzonderlijke van het uitzonderlijke uit te drukken, maar uiteindelijk kom je toch uiteindelijk bij P.C. Hooft uit.


• Marc van Oostendorp




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Hugues C. Pernath -- De onkuisheid

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


dbnl
wikipedia
schrijversgewijs







De onkuisheid
Voor Myra

Geloof in mij, want ik geloof in jou
Weigerend wat was en wetend wat ons weerhield.
Ik zal je vernoemen, je mee voorbij dit leven dragen
Jij, Enige, en schaduw die mij bedekt.
Door jou ben ik geworden en met de littekens
Van jouw weefsels, de waas van jou.

Zo ons zwijgen, zo ons zeggen.
Niets werd ons beloofd, alleen het leven
Dat wij kozen kan ons nemen of verlaten,
Geen medelijden, want niets heeft ons gemaakt.

Omdat ik voor jou mijn speeksel spaarde, en nu
Na de nacht en de nevel, in jouw angsten herleef
En tracht je te beschermen tegen de gruwel.
Er is geen klacht meer nodig, de pijn heeft opgehouden
En voldaan. Slechts jij en ik ontkiemen en gedijen
In het louterende onbekende van de tederheid.

Onwennig ligt ons landschap, een scheppingsverhaal
In ons zoeken en ons vinden, het reddeloze volgen
Van de onderwerping die onze lichamen rekt.
Spin. Spin en bewaar mij in jouw liefde.

Zo zullen wij beschreven staan, ouder wordend
Dan de valk die zijn vlucht begint en rimpels trekt
Over de dorre braaklanden van vroeger en voorheen.
Geen misverstand. Tussen jou en mij geen overleven
Want deze dag betekende voor mij het begin der dagen.
Jij bent mijn eerste dag. Hier ben ik, want ik blijf.


Hugues C. Pernath (1931-1975)
uit: Mijn tegenstem. Gedichten 1966-1973 (1975)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

zaterdag 6 oktober 2018

Hugues C. Pernath -- Sinds dauw de dag

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =


dbnl
wikipedia
schrijversgewijs







Sinds dauw de dag
Voor Jen

Het begin verklaart sinds dauw de dag
Mijn woord dat deze nauwe liefde leeft,
Ik schreef de schande en diep de hand
Haar schorre schreeuw.

Met vijf en heilig oude meesters
Het puin paars, zuiver juist nadien
Namiddagroem haar tong zal worden.

De muntslag in het bouwwerk der stem
Nadat de weigering die strelend heerst
De dood, geboorte van het zieltogen alleen
Niet langer vloeit, de ruimtewonde
Hongerig ondertekent. Mijn korte naam
Dit medelijdend voorhoofd van de beul
Haar kruising draagt, het eerste origineel.


Hugues C. Pernath (1931-1975)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

woensdag 3 oktober 2018

Maria Barnas -- Afkomst & Toekomst

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
hollandse meesters
ipoetry
npe
beeldend werk







Afkomst

Daar sluimert een dikke vis die zwart
is van ontbreken.

Het doffe zwart dat ik in de spiegel tref
wanneer ik met doek en ezel het veld
in trek tot alle kleur van het netvlies wegebt.

Ja we trekken met doek en ezel richting veld
regelrecht de geschiedenis in. We gaan erin op
als in een toekomst en staan er middenin.

Ruggelings leunen wij tegen de tijd.
Het gras dat tot onze liezen reikt buigt mee.
De lucht raakt haast ons schubbenkleed.

Als wij vervolgens de blik op de omgeving
richten vallen de kleuren als niet eerder

waargenomen nee waaieren dat wentelt
in die druppelvormige vis.


*


Toekomst

Een bureaustoel rolt stommelend weg.

Ik zou tegen de spiegel kunnen zeggen: jij bent die vis.
En daarbij: je zult me beminnen o teerbeminde
wat smak je nou is dat soms snakken aan het oppervlak?

We kunnen zeggen: de toekomst is een geblakerde spiegel.
Of: er is een toekomst die we vormgeven.
Er komen vissen in voor

onder te dompelen in zwaar water en op te rapen
als donkere robijnen te bewaren bij de bank
of bij de woorden onder je matras.

De roggen in het zeeaquarium kun je overigens aaien.
Ze wenden de vleugels naar de strelende vingertoppen

die vormen van een toekomst oefenen
op een beeldscherm waarop het licht haast breekt.


Maria Barnas (1973)
uit: Nachtboot (2018)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

Edward Vermeulen -- Twee kachtels & De ketsekar

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
dbnl
erfgoed klein seminarie
schrijversgewijs







Twee kachtels*

Dat 't vrouwvolk toch zoo loech* omdat
zijn voer daar kachtelde* in de gracht,
het neep hem, maar het schimpen viel niet plat;
hij raapte 't op en grolde: wacht,
gij, flutsen*.

En nu stond 't allerlaaste voer
gelaân en al het vrouwvolk klom
er op. Rijd traag, beval de boer,
de voeren zwaaien meesttijds om
door 't hutsen.

Dat weet ik, beet de boever, ju!
En met de zwepe knees* hij Baai
al mommelend: ik heb ze nu,
die spotsters. Ginder, aan den draai
zal 't stuiven.

Het vrouwvolk had een leventje op
dat voer! Ze tierden: hoog en droog!
de oogst gaat in! Ze gaven klop
op 't staal en hieven takken hoog
al wuiven.

Maar ongemerkt, daar, tenden 't stuk,
klimop*, de boever droei* radaf
aldoor de voor, en met een ruk
hief heel de wagen: 't voer begaf
al zwaaien.

En poefte* neer. En spartlen dat
het vrouwvolk deed, met kop en keut*
in 't strooi ! Die zotte boever zat
gehurkt, van zuivre klare leut
te kraaien.


kachtel, kachtelen: wanneer een deel van de lading van een voer afschuift en neerstort noemt men dat kachtelen... en het gebeuren kachtel.
loech: lachte
flutsen: dwaze vrouwen
knees: prikkelde
klimop: bergop, omhoog
droei: draaide
poefte: plofte
met kope ne keut: hals over kop


De ketsekar*

't Land ligt volgezopen, tetsch*
en vuil, te weien*. Langs de wegen,
't groen hangt slap en fletsch
te treuren, druipend in de regen.

't Blinkt op 't veld en 't water stroelt*
de laagten in, de mollegaten
speiten* wroed* en 't oorsop* spoelt
uit 't veld, dijkover, op de straten.

Ouw! Juutouw! Door 't strateslijk
een ketsekarre hotst, al djakken*
stapt de ketser langs den dijk
bezijds de kar, vol baktezakken.

Juu! Juutouw ! Hij tiert en kletst.
De karre glibbert in de slagen,
rijst klim-op* en zwinkelt, gletst*
en kraakt en piept, al wiegewagen.

't Peerd klauwiert*, al blazend, dom
getrokken, of: geen haartje drooge,
Poef! poel-in. De kar slaat om
in 't slijk, met 't rechter wiel omhooge

't Regent storme* voort, geen ziel
in 't rond, verlaatnis om-end-omme!
Bakten in het slijk ! en 't wiel
omhoog! De ketser huilt: verdomme!


ketsekar: kar waarmede een voerman, als beroep, zakken graan ophaalt bij de boeren, die vracht naar de molen rijdt om die later als zakken meel terug te bezorgen aan de boer. leder boer bakte zelf het brood. leder zak meel noemde men een bakte. De voerman noemde men ketser.
tetsch: deegachtig
weien: water op te geven
Stroelt: stroomt snel en ruisend
speiten: spuiten
wroed: geweldig
oorsop: modderwater
djakken: slaand met de zweep
klim-op: bergop, omhoog
gletst: glijdt
klauwiert: doet uiterste krachtinspanning
storme: aanhoudend


Edward Vermeulen (1861-1934)
uit: Volkse verzen (1973)



• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster

maandag 1 oktober 2018

Leo Vroman -- drie gedichten

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

wikipedia
dbnl
Vroman foundation
bloemlezinkje
interview
Vroman en de taal






De verstandige dolfijnen

Dolfijnen woonden lang geleden
in Kiev, Kleef en andere steden.

Ze hadden talk, thee en handen,
en consuls in de meeste landen.

Maar één dolfijn vond eerst het kruit
en toen zelfs de atoombom uit.

Zij riep: ‘Wij zijn te ver gegaan!
Terug! Terug naar de oceaan!’

Zij wierp zich jurk en al in zee.
Alle anderen doken mee,

en zij verloren in het schuim
weer bril en opponeerbare duim.

Moraal

Dolfijnen! Schatjes! Maak ruim baan,
wij komen achter jullie aan.


*


De regen en de regen

Op een huisje in Nederland
regende het haast constant.

Ook op zijn beide populieren.
Die wuifden daar dan in als wieren.

Op zondag, twintig over negen,
viel er een regen op de regen,

en de twee regens weefden daar
griezelig van in elkaar.

Zo werd de hele grijze bui
een weke, dichtgebreide trui,

die neerzeeg in vermoeide vouwen.
De bomen staken uit de mouwen.

Een gebreide watersprei
vlijde zich welvend op de wei.

Als zachte, vriendelijke builen
liep daaronder het vee te druilen.

De zon werd er een kluwen van.
En al die grauwe mensen dan?

Rompen en hoofden raakten vol
heerlijk weke waterwol.

Moraal

Er komt geen water uit de kraan
zo lief als waar wij uit bestaan.


*


De tijger en de haringsla

Een tijger zat een haringsla
met boze plannen achterna.

De haringsla was vlug ter been:
het oerwoud stormde door haar heen.

Zij scheerde laag langs gras en paden:
zij was een van de snelste sladen.

Augurkjeskruim en zachte graten
moest zij van het rennen laten.

Het engst waren de stukjes biet.
De tijger snoof maar wou die niet.

Wel verloor hij zo zijn tijd.
Hij was haar dan ook spoedig kwijt.

Wat nog van haar over was
zat uit te puffen in het gras.

Alleen haar haring bleef bestaan.
Maar daar komt alles toch op aan?

Moraal

Gevaar en vreselijke ervaring
verheffen ons tot pure haring.


Leo Vroman (1915-2014)
uit: Huis en tuin (1979)




• Leest allemaal de Onze Taal. Of Zone 5300.

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://high5.nl/minimalist/?l=laurensjzcoster