dinsdag 28 april 2020

Lucebert's meepse barg

Lucebert's gedicht 'Aan Lesbia' begint met de regels:
De oude meepse barg ligt
nimmermeer in drab
maar voorgoed op zachte kussens onder - uitgerekend -
de weelderigste boom
Er is veel over deze regels geschreven, en dan vooral rond de vraag of het ertoe doet of je weet wat meepse barg betekent. Ilja Leonard Pfeijffer (in 'De mythe van de verstaanbaarheid') vond het de mooiste regels uit de Nederlandse poëzie, totdat hij opzocht wat meepse barg dan wel betekende - toen was de charme er een beetje af: "En toen heb ik, op een kwade dag, het woordenboek gepakt om ‘meeps, bn’ en ‘barg, zn’ op te zoeken. Daar heb ik spijt van. Nu ik weet wat deze woorden betekenen, hebben de verzen aan betekenis ingeboet. De toverspreuk doet het niet meer." Dus als u met Pfeijffer liever het mysterie in stand wilt houden en niet wilt weten wat een 'meepse barg' is, lees dan niet verder.

Meeps, aldus het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), betekent als het om levende wezens gaat 'tenger, niet fors' of 'ziek en zwak'. 17de-eeuwer  Jacob Cats gebruikte het woord graag; zo dichtte hij over de liefde, die je omzichtig moet behandelen: "t Js meeps en tangher, naeckt en bloot. / Ten can niet draghen sulcken stoot."

Een barg, zo schrijft het WNT, is een 'gesneden beer, gelubd mannetjeszwijn'. (U zou het woord kunnen kennen uit de carnavalshit 'Een barg die hé een krul in de steert' van De Aal). Een meepse barg is dus een ziekelijk, gecastreerd varken*.

Het is overigens niet helemaal duidelijk wie Lucebert op het oog had met die omschrijving, maar waarschijnlijk toch de in het gedicht aangesproken Lesbia ofwel haar moeder. 'Zieke zeug' zou dan gezien het geslacht toepasselijker zijn geweest - maar daarmee had het gedicht nooit zoveel aandacht gekregen.

* Over de etymologie van barg vermeldt het Etymologiebank: "Vroeger castreerde men varkens door de teelballen murw te slaan. Misschien is het woord zo etymologisch verwant met pgm. *berjan- ‘slaan’ (ohd. berian; on. berja), dat teruggaat op pie. *bherH- ‘slaan, kloppen, met een scherp werktuig bewerken’."